Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. capabelheid:


Dutch

Detailed Translations for capabelheid from Dutch to German

capabelheid:

capabelheid [znw.] noun

  1. capabelheid (competentie)
    die Kompetenz; die Zuständigkeit; die Befugnis

Translation Matrix for capabelheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
Befugnis capabelheid; competentie bevoegd zijn; bevoegdheid; competentie
Kompetenz capabelheid; competentie bevoegdheid; competentie
Zuständigkeit capabelheid; competentie bevoegd zijn; bevoegdheid; competentie; verantwoordelijkheid