Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dichtgegroeid:
  2. dichtgroeien:


Dutch

Detailed Translations for dichtgegroeid from Dutch to German

dichtgegroeid:

dichtgegroeid adj

  1. dichtgegroeid (overgroeid)

Translation Matrix for dichtgegroeid:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
zugewachsen dichtgegroeid; overgroeid

Related Words for "dichtgegroeid":

  • dichtgegroeide

dichtgegroeid form of dichtgroeien:

dichtgroeien verb (groei dicht, groeit dicht, groeide dicht, groeiden dicht, dichtgegroeid)

  1. dichtgroeien
    zuwachsen
    • zuwachsen verb (wachse zu, wächset zu, wächst zu, wuchs zu, wuchset zu, zugewachsen)

Conjugations for dichtgroeien:

o.t.t.
  1. groei dicht
  2. groeit dicht
  3. groeit dicht
  4. groeien dicht
  5. groeien dicht
  6. groeien dicht
o.v.t.
  1. groeide dicht
  2. groeide dicht
  3. groeide dicht
  4. groeiden dicht
  5. groeiden dicht
  6. groeiden dicht
v.t.t.
  1. ben dichtgegroeid
  2. bent dichtgegroeid
  3. is dichtgegroeid
  4. zijn dichtgegroeid
  5. zijn dichtgegroeid
  6. zijn dichtgegroeid
v.v.t.
  1. was dichtgegroeid
  2. was dichtgegroeid
  3. was dichtgegroeid
  4. waren dichtgegroeid
  5. waren dichtgegroeid
  6. waren dichtgegroeid
o.t.t.t.
  1. zal dichtgroeien
  2. zult dichtgroeien
  3. zal dichtgroeien
  4. zullen dichtgroeien
  5. zullen dichtgroeien
  6. zullen dichtgroeien
o.v.t.t.
  1. zou dichtgroeien
  2. zou dichtgroeien
  3. zou dichtgroeien
  4. zouden dichtgroeien
  5. zouden dichtgroeien
  6. zouden dichtgroeien
diversen
  1. groei dicht!
  2. groeit dicht!
  3. dichtgegroeid
  4. dichtgroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dichtgroeien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
zuwachsen dichtgroeien