Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. gluiperds:
  2. gluiperd:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gluiperds from Dutch to German

gluiperds:

gluiperds [de ~] noun, plural

  1. de gluiperds
    der Schleicher

Translation Matrix for gluiperds:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schleicher gluiperds gladjanus; gluiperd; kruipers; slijmerd; uitslover

Related Words for "gluiperds":


gluiperds form of gluiperd:

gluiperd [de ~ (m)] noun

  1. de gluiperd (gladjanus)
    der Schleicher; der Angeber; der Schlawiner

Translation Matrix for gluiperd:

NounRelated TranslationsOther Translations
Angeber gladjanus; gluiperd bluffer; bluffers; branieschopper; charlatan; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; grootspreker; haantje; hol vat; kwakzalver; leeg vat; opschepper; opscheppers; opsnijder; opsnijders; pocher; pochers; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; wonderdokter; zenuwlijder
Schlawiner gladjanus; gluiperd gladjanussen
Schleicher gladjanus; gluiperd gluiperds; kruipers; slijmerd; uitslover

Related Words for "gluiperd":


Wiktionary Translations for gluiperd:


Cross Translation:
FromToVia
gluiperd Duckmäuser; Duckmäuserin; Kriecher; Kriecherin sneak — a cheat; con artist; trickster