Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. jongmaatje:
  2. jongmaat:


Dutch

Detailed Translations for jongmaatje from Dutch to German

jongmaatje:

jongmaatje [het ~] noun

  1. het jongmaatje
    der Lehrling; der Lehrjunge

Translation Matrix for jongmaatje:

NounRelated TranslationsOther Translations
Lehrjunge jongmaatje krullenjongen; kwekeling; leerjongen
Lehrling jongmaatje jongmaat; jongste bediende; kwekeling; leerjongen; leerknecht; leerling; maatje; pupil; scholier

Related Words for "jongmaatje":


jongmaat:

jongmaat [znw.] noun

  1. jongmaat (maatje; leerknecht; pupil)
    der Lehrling

Translation Matrix for jongmaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
Lehrling jongmaat; leerknecht; maatje; pupil jongmaatje; jongste bediende; kwekeling; leerjongen; leerling; scholier

Related Words for "jongmaat":