Dutch

Detailed Translations for menigtes from Dutch to German

menigtes:

menigtes [de ~] noun, plural

  1. de menigtes (menigten; zwermen)
    die Schwärme

Translation Matrix for menigtes:

NounRelated TranslationsOther Translations
Schwärme menigten; menigtes; zwermen idolen

Related Words for "menigtes":


menigtes form of menigte:

menigte [de ~ (m)] noun

  1. de menigte (bende; schare; massa; )
    der Haufen; die Menge; die Schar; die Truppe; die Horde
  2. de menigte (groep mensen; massa)
    die Menschenmasse; die Menschenmenge
  3. de menigte (mensenmassa; massa; drom; troep)
    der Trupp; Gedränge; Getreibe; die Menschenmenge; die Menge; die Masse; die Schar; Gemenge; die Volksmenge

Translation Matrix for menigte:

NounRelated TranslationsOther Translations
Gedränge drom; massa; menigte; mensenmassa; troep agitatie; beroering; drukte; gedoe; gedrang; geduw; geraas; gewoel; grote menigte; heibel; heksenketel; kouwe drukte; lawaai; leven; omhaal; ongedurigheid; onrust; oploopje; opschudding; pandemonium; rumoer; samenkomst; toeloop; toevloed; tumult; veel mensen
Gemenge drom; massa; menigte; mensenmassa; troep
Getreibe drom; massa; menigte; mensenmassa; troep beroering; drukte; gedoe; gedrang; geraas; gewoel; gewroet; grote menigte; heibel; heksenketel; kouwe drukte; lawaai; leven; omhaal; ophef; opschudding; pandemonium; rumoer; toeloop; toevloed; tumult; veel mensen
Haufen bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare accumulatie; bende; berg; bijeenbrenging; boel; clan; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kluit; kudde; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; schaar; schare; selectie; sortering; stapel; stapeling; stapels; stel; troep; verzameling
Horde bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare aantal personen bijeen; allegaartje; bende; clan; drom; gezelschap; groep; horde; kudde; massa; mengelmoes; meute; samenraapsel; schaar; schare; troep
Masse drom; massa; menigte; mensenmassa; troep accumulatie; berg; boel; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; horde; kudde; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; samenkomst; schaar; schare; stapel; toeloop; troep
Menge bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; mensenmassa; schare; troep aantal; aardig wat; accumulatie; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kluit; kudde; kwantiteit; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; partij; samenkomst; schaar; schare; selectie; set; sortering; stapel; stel; toeloop; troep; verzameling
Menschenmasse groep mensen; massa; menigte
Menschenmenge drom; groep mensen; massa; menigte; mensenmassa; troep
Schar bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; mensenmassa; schare; troep aantal personen bijeen; allegaartje; cohort; drom; gezelschap; groep; groep mensen; horde; kudde; massa; mengelmoes; oploopje; samenkomst; samenraapsel; schaar; schare; toeloop; troep
Trupp drom; massa; menigte; mensenmassa; troep aantal personen bijeen; drom; gezelschap; groep; groep mensen; horde; kudde; massa; oploopje; samenkomst; schaar; schare; toeloop; troep
Truppe bende; drom; hoop; horde; massa; menigte; schare bemanning; brigade; groep
Volksmenge drom; massa; menigte; mensenmassa; troep drom; horde; kudde; massa; oploopje; samenkomst; schaar; schare; toeloop; troep; volksmenigte

Related Words for "menigte":


Wiktionary Translations for menigte:

menigte
noun
  1. een grote groep mensen dicht op elkaar
menigte
noun
  1. größere Ansammlung von Personen

Cross Translation:
FromToVia
menigte Körperschaft body — group having a common purpose or opinion
menigte Versammlung congregation — A large gathering of people
menigte Gedränge crowd — group of people
menigte Pöbel mob — unruly group of people
menigte Schwarm swarm — a mass of people or animals in turmoil
menigte Menschengewühl; Gewühl throng — group of people
menigte Menschenauflauf; Menschenmenge; Menschentraube foule — multitude de gens
menigte Masse; Haufen; Menge; Stapel masseamas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.