Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Translate nattigheid

Translate nattigheid from Dutch to German

Summary

Dutch to German: more detail...

nattigheid:
- Feuchtigkeit; Nässe; Flüssigkeit; Naß
nattig:
- feucht
Wiktionary:
- nattig → feucht

Dutch

Detailed Translations for nattigheid from Dutch to German

nattigheid:

nattigheid [de ~ (v)] noun

de nattigheid (vochtigheid; vocht)
die Feuchtigkeit; die Nässe
- Feuchtigkeit [die ~] noun
- Nässe [die ~] noun
de nattigheid (natheid; vochtigheid)
die Feuchtigkeit; die Flüssigkeit; die Nässe; Naß
- Feuchtigkeit [die ~] noun
- Flüssigkeit [die ~] noun
- Nässe [die ~] noun
- Naß [das ~] noun

Translation Matrix for nattigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Feuchtigkeit	humiditeit; natheid; nattigheid; vocht; vochtigheid	humiditeit; klamheid; nat; vloeistof; vocht; vochtigheidsgehalte
Flüssigkeit	natheid; nattigheid; vochtigheid	buigzaamheid; flexibiliteit; meegaandheid; nat; soepelheid; vloeibaarheid; vloeiendheid; vloeistof; vocht; volgzaamheid
Naß	natheid; nattigheid; vochtigheid	nat; vloeistof; vocht
Nässe	humiditeit; natheid; nattigheid; vocht; vochtigheid	klamheid

Related Words for "nattigheid":

nattig

nattig:

nattig adj

nattig (klam)
feucht
- feucht adj

Translation Matrix for nattig:

Modifier	Related Translations	Other Translations
feucht	klam; nattig	humide; kil; koud en vochtig; naar zweet ruikend; nat; obsceen; schuin; vies; vochtig; vunzig; zedeloos; zweterig

Related Words for "nattig":

nattigheid, nattige

Wiktionary Translations for nattig:

Cross Translation:

From	To	Via
• nattig	→ feucht	↔ moist — slightly wet