Summary


Dutch

Detailed Translations for voorraadplaats from Dutch to German

voorraadplaats:

voorraadplaats [znw.] noun

  1. voorraadplaats (voorraadkamer; magazijn; provisiekamer)
    Lager; Magazin; die Vorratskammer; der Speicher; Warenlager; Depot; Vorratslager; die Speisekammer

Translation Matrix for voorraadplaats:

NounRelated TranslationsOther Translations
Depot magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
Lager magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats berging; bergplaats; bewaarplaats; depot; hazenleger; lager; leger; legerplaats; licht bier; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pils; voorraad; voorraadmagazijn; voorraadschuur; warenhuis
Magazin magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats bergplaats; bericht; blad; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; maandblad; magazijn; magazine; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; tv-programma; voorraadmagazijn; voorraadschuur; warenhuis; weekblad
Speicher magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats archief; bergplaats; dakverdieping; depot; geheugen; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; tijdelijk geheugen; vliering; voorraadschuur; warenhuis; zolder; zolderverdieping
Speisekammer magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats
Vorratskammer magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats
Vorratslager magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis
Warenlager magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; voorraadplaats bergplaats; depot; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraadschuur; warenhuis