Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. wegkruipen:


Dutch

Detailed Translations for wegkruipen from Dutch to German

wegkruipen:

wegkruipen verb (kruip weg, kruipt weg, kroop weg, kropen weg, weggekropen)

  1. wegkruipen (toevluchten; schuilen; uitwijken)
    sich verstecken; zuflücten
    • sich verstecken verb (verstecke mich, versteckst dich, versteckt sich, versteckte sich, verstecktet euch, sich versteckt)
    • zuflücten verb

Conjugations for wegkruipen:

o.t.t.
  1. kruip weg
  2. kruipt weg
  3. kruipt weg
  4. kruipen weg
  5. kruipen weg
  6. kruipen weg
o.v.t.
  1. kroop weg
  2. kroop weg
  3. kroop weg
  4. kropen weg
  5. kropen weg
  6. kropen weg
v.t.t.
  1. ben weggekropen
  2. bent weggekropen
  3. is weggekropen
  4. zijn weggekropen
  5. zijn weggekropen
  6. zijn weggekropen
v.v.t.
  1. was weggekropen
  2. was weggekropen
  3. was weggekropen
  4. waren weggekropen
  5. waren weggekropen
  6. waren weggekropen
o.t.t.t.
  1. zal wegkruipen
  2. zult wegkruipen
  3. zal wegkruipen
  4. zullen wegkruipen
  5. zullen wegkruipen
  6. zullen wegkruipen
o.v.t.t.
  1. zou wegkruipen
  2. zou wegkruipen
  3. zou wegkruipen
  4. zouden wegkruipen
  5. zouden wegkruipen
  6. zouden wegkruipen
diversen
  1. kruip weg!
  2. kruipt weg!
  3. weggekropen
  4. wegkruipend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegkruipen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sich verstecken schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen verschuilen; verstoppen
zuflücten schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen