Summary
Dutch to English: more detail...
- pak:
- pakken:
-
Wiktionary:
- pak → packet, pack, load, suit, package
- pak → landfill, shoal, seabed, layer, bed, stratum, deposit, oilfield, goldfield, vein, berth, couch, encampment, lair, packet, package, parcel
- pakken → get, seize, take
- pakken → get, receive, be given, grab, have, wreak, take, seize, do, capture, catch, grapple, captivate, trap, apprehend, grasp, take hold, nab, snatch
Dutch
Detailed Translations for pak from Dutch to English
pak:
-
de pak (kostuum; maatpak)
-
de pak (baal)
-
de pak (herenkostuum)
the gentlemen's suit
Translation Matrix for pak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bale | baal; pak | |
costume | kostuum; maatpak; pak | dracht; kleding; kleren; mantelkostuum; plunje; tenue; uitdossing; uniform; verwachting; zwangerschap |
gentlemen's suit | herenkostuum; pak | |
suit | kostuum; maatpak; pak | colbertkostuum |
tailor-made suit | kostuum; maatpak; pak | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bale | emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken | |
suit | aangenaam aandoen; aanstaan; behagen; bevallen; conveniëren; deugen; gelegen komen; gelieven; geschikt zijn; passen; passend zijn; plezieren; schikken; staan; uitkomen; zich aanpassen; zich schikken; zich voegen naar |
Related Words for "pak":
Synonyms for "pak":
Related Definitions for "pak":
Wiktionary Translations for pak:
pak
pak
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pak | → landfill | ↔ décharge — action de décharger. |
• pak | → shoal; seabed; layer; bed; stratum; deposit; oilfield; goldfield; vein; berth; couch; encampment; lair | ↔ gisement — marine|fr situation des côtes de la mer. |
• pak | → packet; package; parcel | ↔ paquet — emballage, colis, regroupant plusieurs choses. |
pak form of pakken:
Conjugations for pakken:
o.t.t.
- pak
- pakt
- pakt
- pakken
- pakken
- pakken
o.v.t.
- pakte
- pakte
- pakte
- pakten
- pakten
- pakten
v.t.t.
- heb gepakt
- hebt gepakt
- heeft gepakt
- hebben gepakt
- hebben gepakt
- hebben gepakt
v.v.t.
- had gepakt
- had gepakt
- had gepakt
- hadden gepakt
- hadden gepakt
- hadden gepakt
o.t.t.t.
- zal pakken
- zult pakken
- zal pakken
- zullen pakken
- zullen pakken
- zullen pakken
o.v.t.t.
- zou pakken
- zou pakken
- zou pakken
- zouden pakken
- zouden pakken
- zouden pakken
en verder
- ben gepakt
- bent gepakt
- is gepakt
- zijn gepakt
- zijn gepakt
- zijn gepakt
diversen
- pak!
- pakt!
- gepakt
- pakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for pakken:
Related Words for "pakken":
Synonyms for "pakken":
Antonyms for "pakken":
Related Definitions for "pakken":
Wiktionary Translations for pakken:
pakken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) etwas empfangen, etwas erhalten, etwas erlangen, etwas (oder einen Zustand) erreichen |
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) wie viel ist zu zahlen, was wird gewünscht? |
• pakken | → get; receive; be given | ↔ bekommen — (transitiv) sich einer Person oder Sache bemächtigen |
• pakken | → grab | ↔ erwischen — jemanden oder etwas in die Hand, in die Gewalt, zu fassen bekommen, festhalten |
• pakken | → have; wreak; take; seize; do | ↔ nehmen — eine Sache greifen |
• pakken | → capture; catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend | ↔ attraper — Prendre à une trappe, à un piège ou à quelque chose de semblable. |
• pakken | → capture; catch; grapple; captivate; grab; seize; trap; apprehend | ↔ capturer — s’emparer d’un être vivant ou d’une chose. |
• pakken | → seize; grab; grasp; grapple; take hold; nab; snatch | ↔ saisir — Prendre vivement. |