Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afstandsbediening:
  2. Afstandsbediening:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afstandsbediening from Dutch to English

afstandsbediening:

afstandsbediening [de ~ (v)] noun

  1. de afstandsbediening (afstandsbesturing)
    the remote control

Translation Matrix for afstandsbediening:

NounRelated TranslationsOther Translations
remote control afstandsbediening; afstandsbesturing

Related Words for "afstandsbediening":

  • afstandsbedieningen

Wiktionary Translations for afstandsbediening:

afstandsbediening
noun
  1. een toestel dat vanaf afstand een ander toestel bestuurt
afstandsbediening
noun
  1. A device used to operate an appliance or mechanical toy from a short distance away

Cross Translation:
FromToVia
afstandsbediening remote control; radio control; telecommand télécommandetransmission à distance d’un signal déclenchant l’exécution d’un ordre par un dispositif.

Afstandsbediening:

Afstandsbediening

  1. Afstandsbediening (Afstandsbediening voor presentaties)
    the Clicker; the Presentation Clicker; the PowerPoint Mobile Clicker
    – A PowerPoint add-in that allows your mobile device to be used to navigate through a PowerPoint presentation on your computer. 1

Translation Matrix for Afstandsbediening:

NounRelated TranslationsOther Translations
Clicker Afstandsbediening; Afstandsbediening voor presentaties
PowerPoint Mobile Clicker Afstandsbediening; Afstandsbediening voor presentaties
Presentation Clicker Afstandsbediening; Afstandsbediening voor presentaties