Dutch

Detailed Translations for aardigst from Dutch to English

aardig:

aardig adj

  1. aardig (charmant; prettig; bevallig)
  2. aardig (belangwekkend; interessant; wetenswaardig)
  3. aardig (sympathiek; leuk; lief)
  4. aardig (goedaardig; vriendelijk; goedhartig; )
    kind
    – having or showing a tender and considerate and helpful nature; used especially of persons and their behavior 1
    • kind adj
      • kind to sick patients1
      • a kind master1
      • kind words showing understanding and sympathy1
      • thanked her for her kind letter1
    benevolent
    – showing or motivated by sympathy and understanding and generosity 1
    good-natured
    – having an easygoing and cheerful disposition 1
    • good-natured adj
      • too good-natured to resent a little criticism1
      • the good-natured policeman on our block1
      • the sounds of good-natured play1
    mild
    – mild and pleasant 1
    • mild adj
      • the climate was mild and conducive to life or growth1

Translation Matrix for aardig:

NounRelated TranslationsOther Translations
alluring aantrekken; bekoren; charmeren; provoceren; uitlokken
charming aantrekken; bekoren; charmeren; inpalming
engaging huren; in dienst nemen; inhuren
kind aard; genre; slag; soort; type
sweet beminde; dot; duifje; lekkers; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepgoed; snoepjes; snoes; zoetigheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
alluring flirten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
alluring aardig; bevallig; charmant; prettig aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
appealing aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
attractive aardig; bevallig; charmant; prettig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aanvallig; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; oogstrelend; schattig; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
benevolent aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig charitatief; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; liefdadig; mild; weldadig; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
charming aardig; bevallig; charmant; prettig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend; welgevallig
congenial aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek gelijkgestemd; gelijkgezind
endearing aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek
engaging aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek
entrancing aardig; bevallig; charmant; prettig aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
good-natured aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; tof; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
interesting aardig; belangwekkend; interessant; wetenswaardig
kind aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig amicaal; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; in natura; kameraadschappelijk; mild; natura; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
likable aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek
lovely aardig; bevallig; charmant; prettig aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aimabel; allerliefst; attractief; beeldig; begeerenswaardig; behaaglijk; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; fijn; fijne; fraai; goed ogend; gracieus; heerlijk van dag; knap; leuk; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; plezant; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend; welgevallig
mild aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
nice aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek aangenaam; attractief; behaaglijk; bevallig; elegant; fijn; fraai; goed ogend; gracieus; jofel; knap; lekker; leuk; lief; mooi; plezant; plezierig; prettig; sierlijk; welgevallig
sympathetic aardig; leuk; lief; sympathiek bijzonder aangenaam; genegen; goedgunstig; medelevend; meelevend; meevoelend; ruimhartig; welwillend
winsome aardig; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; sympathiek
- attent; behoorlijk; lief; vriendelijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sweet aardig; bevallig; charmant; prettig aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bemind; bevallig; charmant; dierbaar; dierbare; dottig; enig; geliefd; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; schattig; snoeperig; snoezig; toegenegen; verrukkelijk; vertederend; zoet; zoetsmakend

Related Words for "aardig":

  • aardigheid, aardiger, aardigere, aardigst, aardigste, aardige

Synonyms for "aardig":


Antonyms for "aardig":


Related Definitions for "aardig":

  1. met zorg en aandacht voor anderen2
    • Tina is altijd erg aardig voor ons2
  2. nogal groot2
    • het is een aardig eind fietsen2
  3. plezierig om te zien2
    • wat een aardig huis is dat2

Wiktionary Translations for aardig:

aardig
adjective
  1. aangenaam in omgang
aardig
adjective
  1. affectionate, nice
  2. resembling dirt or soil
adverb
  1. somewhat
  2. to a moderate extent

Cross Translation:
FromToVia
aardig polite; debonair; suave höflich — formell respektvoll
aardig affable affable — Personne aimable et bienveillante à qui on peut parler (qui écouter et comprendre).
aardig friendly; amiable; nice; good; kind aimable — Qui mériter d’aimer.
aardig amenable; affable amèneagréable, attrayant.
aardig neat; great; pretty bath — (argot) désuet|fr super, bon, agréable.
aardig funny; sportive; peculiar; curious; eccentric; queer; comical; comedic; hilarious; wacky; amusing; cheering; entertaining; enjoyable; pleasure drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général).
aardig cute; winsome mignon — Qui, dans son apparence menue, offre de la grâce et de la gentillesse

External Machine Translations: