Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bekken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bekkens from Dutch to English

bekken:

bekken [het ~] noun

  1. het bekken (waterbekken; bassin)
    the water-basin; the basin; the subsidence; the socket; the bowl
  2. het bekken (heupgewricht)
    the coxa; the hip joint

bekken [de ~] noun, plural

  1. de bekken (muilen)
    the muzzles; the mouths
  2. de bekken (meervoud van bek)
    the beaks

Translation Matrix for bekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
basin bassin; bekken; waterbekken stroomgebied; vont
beaks bekken; meervoud van bek klepels; snavels; vogelbekken
bowl bassin; bekken; waterbekken aanbreken van de dag; beker; bokaal; bowl; cup; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; teiltje; zonsopgang
coxa bekken; heupgewricht
hip joint bekken; heupgewricht
mouths bekken; muilen mondingen; openingen
muzzles bekken; muilen mondingen; openingen
socket bassin; bekken; waterbekken contactdoos; fitting; gewrichtsholte; gewrichtskom; kom; sleuf; socket; stopcontact; wandcontactdoos
subsidence bassin; bekken; waterbekken inzinken; wegzinken
water-basin bassin; bekken; waterbekken

Related Words for "bekken":

  • bekkens, bekkentje, bekkentjes, bek

Related Definitions for "bekken":

  1. gedeelte van je lichaam tussen je heupen1
    • haar bekken is niet ruim genoeg om een kind te baren1

Wiktionary Translations for bekken:

bekken
noun
  1. area of water that drains into a river
  2. bone
  3. body of water
  4. (informal) a kiss

Cross Translation:
FromToVia
bekken pelvis bassin — Grande cavité osseuse qui forme la base du tronc et sert de point d’attache aux membres inférieurs.
bekken bowl; pelvis; basin; reservoir; pool bol — coupe hémisphérique

External Machine Translations: