Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kaften:


Dutch

Detailed Translations for kaftten from Dutch to English

kaftten form of kaften:

kaften verb (kaft, kaftte, kaftten, gekaft)

  1. kaften
    to cover
    • cover verb (covers, covered, covering)

Conjugations for kaften:

o.t.t.
  1. kaft
  2. kaft
  3. kaft
  4. kaften
  5. kaften
  6. kaften
o.v.t.
  1. kaftte
  2. kaftte
  3. kaftte
  4. kaftten
  5. kaftten
  6. kaftten
v.t.t.
  1. heb gekaft
  2. hebt gekaft
  3. heeft gekaft
  4. hebben gekaft
  5. hebben gekaft
  6. hebben gekaft
v.v.t.
  1. had gekaft
  2. had gekaft
  3. had gekaft
  4. hadden gekaft
  5. hadden gekaft
  6. hadden gekaft
o.t.t.t.
  1. zal kaften
  2. zult kaften
  3. zal kaften
  4. zullen kaften
  5. zullen kaften
  6. zullen kaften
o.v.t.t.
  1. zou kaften
  2. zou kaften
  3. zou kaften
  4. zouden kaften
  5. zouden kaften
  6. zouden kaften
en verder
  1. is gekaft
diversen
  1. kaft!
  2. kaft!
  3. gekaft
  4. kaftend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kaften [de ~] noun, plural

  1. de kaften (boekomslagen; omslagen)
    the jackets; the wrappers; the covers

Translation Matrix for kaften:

NounRelated TranslationsOther Translations
cover afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
covers boekomslagen; kaften; omslagen afdekkingen; bedekkingen; deksels; hoezen; overdekkingen; overkappingen
jackets boekomslagen; kaften; omslagen hoezen; jasjes
wrappers boekomslagen; kaften; omslagen hoezen; kruisbanden
VerbRelated TranslationsOther Translations
cover kaften afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; hullen; indekken; inhullen; insluiten; maskeren; mededelen; meters maken; omhullen; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; verhullen; versluieren; vertellen; zeggen

Related Words for "kaften":