Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mauwen:


Dutch

Detailed Translations for mauwden from Dutch to English

mauwen:

mauwen verb (mauw, mauwt, mauwde, mauwden, gemauwd)

  1. mauwen (miauwen)
    miaow; to mew
    • miaow verb
    • mew verb (mews, mewed, mewing)

Conjugations for mauwen:

o.t.t.
  1. mauw
  2. mauwt
  3. mauwt
  4. mauwen
  5. mauwen
  6. mauwen
o.v.t.
  1. mauwde
  2. mauwde
  3. mauwde
  4. mauwden
  5. mauwden
  6. mauwden
v.t.t.
  1. heb gemauwd
  2. hebt gemauwd
  3. heeft gemauwd
  4. hebben gemauwd
  5. hebben gemauwd
  6. hebben gemauwd
v.v.t.
  1. had gemauwd
  2. had gemauwd
  3. had gemauwd
  4. hadden gemauwd
  5. hadden gemauwd
  6. hadden gemauwd
o.t.t.t.
  1. zal mauwen
  2. zult mauwen
  3. zal mauwen
  4. zullen mauwen
  5. zullen mauwen
  6. zullen mauwen
o.v.t.t.
  1. zou mauwen
  2. zou mauwen
  3. zou mauwen
  4. zouden mauwen
  5. zouden mauwen
  6. zouden mauwen
diversen
  1. mauw!
  2. mauwt!
  3. gemauwd
  4. mauwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mauwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mew mauwen; miauwen
miaow mauwen; miauwen

External Machine Translations: