Dutch

Detailed Translations for uitvoerden from Dutch to English

uitvoerden form of uitvoeren:

uitvoeren verb (voer uit, voert uit, voerde uit, voerden uit, uitgevoerd)

  1. uitvoeren (doen; verrichten; handelen; uitrichten)
    to accomplish; to do; to act
    • accomplish verb (accomplishes, accomplished, accomplishing)
    • do verb (does, did, doing)
    • act verb (acts, acted, acting)
  2. uitvoeren (exporteren)
    to export
    • export verb (exports, exported, exporting)
  3. uitvoeren
    to execute
    – To perform an instruction. 1
    • execute verb (executes, executed, executing)

Conjugations for uitvoeren:

o.t.t.
  1. voer uit
  2. voert uit
  3. voert uit
  4. voeren uit
  5. voeren uit
  6. voeren uit
o.v.t.
  1. voerde uit
  2. voerde uit
  3. voerde uit
  4. voerden uit
  5. voerden uit
  6. voerden uit
v.t.t.
  1. heb uitgevoerd
  2. hebt uitgevoerd
  3. heeft uitgevoerd
  4. hebben uitgevoerd
  5. hebben uitgevoerd
  6. hebben uitgevoerd
v.v.t.
  1. had uitgevoerd
  2. had uitgevoerd
  3. had uitgevoerd
  4. hadden uitgevoerd
  5. hadden uitgevoerd
  6. hadden uitgevoerd
o.t.t.t.
  1. zal uitvoeren
  2. zult uitvoeren
  3. zal uitvoeren
  4. zullen uitvoeren
  5. zullen uitvoeren
  6. zullen uitvoeren
o.v.t.t.
  1. zou uitvoeren
  2. zou uitvoeren
  3. zou uitvoeren
  4. zouden uitvoeren
  5. zouden uitvoeren
  6. zouden uitvoeren
en verder
  1. ben uitgevoerd
  2. bent uitgevoerd
  3. is uitgevoerd
  4. zijn uitgevoerd
  5. zijn uitgevoerd
  6. zijn uitgevoerd
diversen
  1. voer uit!
  2. voert uit!
  3. uitgevoerd
  4. uitvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitvoeren [het ~] noun

  1. het uitvoeren (tenuitvoerlegging; uitvoering; executie; volbrengen; voltrekking)
    the execution; the implementation

Translation Matrix for uitvoeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
act actie; aktie; daad; handeling
execution executie; tenuitvoerlegging; uitvoeren; uitvoering; volbrengen; voltrekking executie; operatie; strafuitvoering; terechtstelling; verrichting; voltrekking van de straf
export export; uitvoer
implementation executie; tenuitvoerlegging; uitvoeren; uitvoering; volbrengen; voltrekking aanwenden; aanwending; gebruik; implementatie; toepassing
VerbRelated TranslationsOther Translations
accomplish doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; completeren; een einde maken aan; fixen; functie bekleden; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; lappen; totstandbrengen; vervullen; volbrengen; volmaken; voltooien; volvoeren; voor elkaar krijgen
act doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten acteren; ageren; doen alsof; handelen; optreden; performen; spelen; toneelspelen; zich aanstellen
do doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten afleggen; arbeiden; meters maken; werken
execute uitvoeren doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; om het leven brengen; ombrengen; ter dood brengen; terechtstellen; vermoorden; voltrekken; zich voltrekken
export exporteren; uitvoeren exporteren
- verrichten

Synonyms for "uitvoeren":


Related Definitions for "uitvoeren":

  1. naar het buitenland brengen2
    • de meeste tomaten worden uitgevoerd2
  2. vertonen of aan publiek laten horen2
    • zij voeren een werk van Mozart uit2
  3. het (volgens plan) maken of doen2
    • wie moet deze werkzaamheden uitvoeren?2

Wiktionary Translations for uitvoeren:

uitvoeren
verb
  1. exporteren
  2. afhandelen, voltrekken, ten uitvoer brengen
  3. software runnen
uitvoeren
verb
  1. To start a defined process, without regard to whether it runs to completion or not
  2. To start, launch or run software
  3. To start a defined process and run it to completion
  4. send data to out of a computer
  5. to do something

Cross Translation:
FromToVia
uitvoeren execute; undertake ausführentransitiv: so handeln, dass dadurch eine Anweisung befolgt wird; auftragsgemäß durchführen
uitvoeren accomplish; achieve; keep; observe; perform; exercise; fulfil; meet; execute; abide; abide by accomplirachever entièrement.
uitvoeren build; construct; make construirebâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal, etc., d’après un plan déterminé.
uitvoeren fabricate; manufacture; concoct fabriquerexécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine.
uitvoeren produce; operate; impact; impinge; work; avail; affect; act; take action; move opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.
uitvoeren ask poserplacer, mettre sur quelque chose.
uitvoeren describe; act for; stand for; play; enact; perform; express; put; register représenterprésenter de nouveau.
uitvoeren realize; realise; achieve; accomplish; fulfil; carry through; produce réaliser — construire