Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vertroebelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vertroebelen from Dutch to Spanish

vertroebelen:

vertroebelen verb (vertroebel, vertroebelt, vertroebelde, vertroebelden, vertroebeld)

  1. vertroebelen (troebel maken)

Conjugations for vertroebelen:

o.t.t.
  1. vertroebel
  2. vertroebelt
  3. vertroebelt
  4. vertroebelen
  5. vertroebelen
  6. vertroebelen
o.v.t.
  1. vertroebelde
  2. vertroebelde
  3. vertroebelde
  4. vertroebelden
  5. vertroebelden
  6. vertroebelden
v.t.t.
  1. heb vertroebeld
  2. hebt vertroebeld
  3. heeft vertroebeld
  4. hebben vertroebeld
  5. hebben vertroebeld
  6. hebben vertroebeld
v.v.t.
  1. had vertroebeld
  2. had vertroebeld
  3. had vertroebeld
  4. hadden vertroebeld
  5. hadden vertroebeld
  6. hadden vertroebeld
o.t.t.t.
  1. zal vertroebelen
  2. zult vertroebelen
  3. zal vertroebelen
  4. zullen vertroebelen
  5. zullen vertroebelen
  6. zullen vertroebelen
o.v.t.t.
  1. zou vertroebelen
  2. zou vertroebelen
  3. zou vertroebelen
  4. zouden vertroebelen
  5. zouden vertroebelen
  6. zouden vertroebelen
diversen
  1. vertroebel!
  2. vertroebelt!
  3. vertroebeld
  4. vertroebelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vertroebelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
confundir troebel maken; vertroebelen door elkaar halen; in de war brengen; in de war maken; met elkaar verwarren; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren; verwisselen
enturbiar troebel maken; vertroebelen
hacer turbio troebel maken; vertroebelen

Wiktionary Translations for vertroebelen:


Cross Translation:
FromToVia
vertroebelen agitar; perturbar troublerrendre trouble.