Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vergasten:
  2. vergassen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergasten from Dutch to Spanish

vergasten:

vergasten verb (vergast, vergastte, vergastten, vergast)

  1. vergasten (onthalen; ontvangen; binnenhalen)

Conjugations for vergasten:

o.t.t.
  1. vergast
  2. vergast
  3. vergast
  4. vergasten
  5. vergasten
  6. vergasten
o.v.t.
  1. vergastte
  2. vergastte
  3. vergastte
  4. vergastten
  5. vergastten
  6. vergastten
v.t.t.
  1. heb vergast
  2. hebt vergast
  3. heeft vergast
  4. hebben vergast
  5. hebben vergast
  6. hebben vergast
v.v.t.
  1. had vergast
  2. had vergast
  3. had vergast
  4. hadden vergast
  5. hadden vergast
  6. hadden vergast
o.t.t.t.
  1. zal vergasten
  2. zult vergasten
  3. zal vergasten
  4. zullen vergasten
  5. zullen vergasten
  6. zullen vergasten
o.v.t.t.
  1. zou vergasten
  2. zou vergasten
  3. zou vergasten
  4. zouden vergasten
  5. zouden vergasten
  6. zouden vergasten
diversen
  1. vergast!
  2. vergast!
  3. vergast
  4. vergastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergasten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acoger binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten absorberen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; opnemen; opslorpen; opslurpen; opvangen
recibir binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten aannemen; aanvaarden; accepteren; eigen maken; iets bemachtigen; in ontvangst nemen; kennis opdoen; kopen; krijgen; leren; meekrijgen; meepikken; ontvangen; oppikken; opsteken; opstrijken; verkrijgen; verwelkomen; verwerven; welkom heten

Wiktionary Translations for vergasten:


Cross Translation:
FromToVia
vergasten agasajar traktieren — (transitiv) veraltend: jemandem viele erlesene Speisen und Getränke anbieten; reichlich bewirten
vergasten obsequiar; regalar régalerdonner un régal, offrir un plaisir de table.

vergassen:

vergassen verb (vergas, vergast, vergaste, vergasten, vergast)

  1. vergassen

Conjugations for vergassen:

o.t.t.
  1. vergas
  2. vergast
  3. vergast
  4. vergassen
  5. vergassen
  6. vergassen
o.v.t.
  1. vergaste
  2. vergaste
  3. vergaste
  4. vergasten
  5. vergasten
  6. vergasten
v.t.t.
  1. heb vergast
  2. hebt vergast
  3. heeft vergast
  4. hebben vergast
  5. hebben vergast
  6. hebben vergast
v.v.t.
  1. had vergast
  2. had vergast
  3. had vergast
  4. hadden vergast
  5. hadden vergast
  6. hadden vergast
o.t.t.t.
  1. zal vergassen
  2. zult vergassen
  3. zal vergassen
  4. zullen vergassen
  5. zullen vergassen
  6. zullen vergassen
o.v.t.t.
  1. zou vergassen
  2. zou vergassen
  3. zou vergassen
  4. zouden vergassen
  5. zouden vergassen
  6. zouden vergassen
diversen
  1. vergas!
  2. vergast!
  3. vergast
  4. vergassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vergassen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
carburar vergassen
gasificar vergassen
gasificarse vergassen
matar con gas vergassen

Wiktionary Translations for vergassen:

vergassen
verb
  1. intr|nld tot gas worden

Related Translations for vergasten