Dutch
Detailed Translations for gruis from Dutch to Spanish
gruis:
-
het gruis (steengruis; macadam; mortel; puin; metselspecie; steenslag; split; bik)
-
het gruis (metselspecie; mortel; specie; bik; macadam; puin; split; steenslag; steengruis)
Translation Matrix for gruis:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cemento | bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag | bindmiddel; cement; cementlaag; metselkalk |
grava | bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; split; steengruis; steenslag | grind; grindsteen; keizand; kiezels; kiezelsteentjes |
mortero | bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag | dommekracht; hersenloze krachtpatser; metselkalk; mortier; vijzel |
sustancia | bik; gruis; macadam; metselspecie; mortel; puin; specie; split; steengruis; steenslag | materie; stof; substantie |
Related Words for "gruis":
Wiktionary Translations for gruis:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gruis | → grava; cascajo | ↔ gravier — géologie|fr roche détritique à éléments assez gros (sables grossiers et cailloux), d’origine fluviatile ou littorale (on dit aussi cailloutis). |
• gruis | → polvo; polvos; polvos de tocador | ↔ poudre — (vieilli) poussière. |