Dutch
Detailed Translations for redden from Dutch to Spanish
redden:
Conjugations for redden:
o.t.t.
- red
- redt
- redt
- redden
- redden
- redden
o.v.t.
- redde
- redde
- redde
- redden
- redden
- redden
v.t.t.
- heb gered
- hebt gered
- heeft gered
- hebben gered
- hebben gered
- hebben gered
v.v.t.
- had gered
- had gered
- had gered
- hadden gered
- hadden gered
- hadden gered
o.t.t.t.
- zal redden
- zult redden
- zal redden
- zullen redden
- zullen redden
- zullen redden
o.v.t.t.
- zou redden
- zou redden
- zou redden
- zouden redden
- zouden redden
- zouden redden
en verder
- ben gered
- bent gered
- is gered
- zijn gered
- zijn gered
- zijn gered
diversen
- red!
- redt!
- gered
- reddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for redden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
salvar | redden | bergen; bewaren; deponeren; in veiligheid brengen; opslaan; overbruggen |
Related Definitions for "redden":
Wiktionary Translations for redden:
redden
Cross Translation:
verb
-
actie ondernemen om iets of iemand uit de moeilijkheden te halen
- redden → salvar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• redden | → rescatar | ↔ rescue — to save from any danger or violence |
• redden | → salvar; rescatar | ↔ save — to help someone to survive |
• redden | → salvar | ↔ sauver — garantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté. |