Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. openvallen:


Dutch

Detailed Translations for openval from Dutch to Spanish

openvallen:

openvallen verb (val open, valt open, viel open, vielen open, opengevallen)

  1. openvallen

Conjugations for openvallen:

o.t.t.
  1. val open
  2. valt open
  3. valt open
  4. vallen open
  5. vallen open
  6. vallen open
o.v.t.
  1. viel open
  2. viel open
  3. viel open
  4. vielen open
  5. vielen open
  6. vielen open
v.t.t.
  1. ben opengevallen
  2. bent opengevallen
  3. is opengevallen
  4. zijn opengevallen
  5. zijn opengevallen
  6. zijn opengevallen
v.v.t.
  1. was opengevallen
  2. was opengevallen
  3. was opengevallen
  4. waren opengevallen
  5. waren opengevallen
  6. waren opengevallen
o.t.t.t.
  1. zal openvallen
  2. zult openvallen
  3. zal openvallen
  4. zullen openvallen
  5. zullen openvallen
  6. zullen openvallen
o.v.t.t.
  1. zou openvallen
  2. zou openvallen
  3. zou openvallen
  4. zouden openvallen
  5. zouden openvallen
  6. zouden openvallen
diversen
  1. val open!
  2. valt open!
  3. opengevallen
  4. openvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for openvallen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
quedar abierto openvallen openblijven
quedar vacante openvallen vacant worden

External Machine Translations: