Dutch

Detailed Translations for aanstichter from Dutch to French

aanstichter:

aanstichter [de ~ (m)] noun

  1. de aanstichter (initiatiefnemer; veroorzaker)
    l'instigateur; l'initiateur; l'initiatrice
  2. de aanstichter (oprichter; stichter)
    le fondateur; le créateur; le promoteur; l'instigateur; l'initiateur
  3. de aanstichter (instigator; aanzetter; opstoker)
    le fondateur; le créateur; le provocateur; le meneur; l'agitateur; l'instigateur; l'initiateur; le petit chenapan

Translation Matrix for aanstichter:

NounRelated TranslationsOther Translations
agitateur aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker agitator; druktemaker; herrieschopper; intrigant; onruststoker; oproerkraaier; opruier; opstoker; rustverstoorder; stokebrand; stoker; zenuwlijder
créateur aanstichter; aanzetter; instigator; oprichter; opstoker; stichter artdirector; auteur; creator; designer; grondlegger; grondvester; maker; ontwerper; ontwerper van reclame; oprichter; oprichtster; reclameontwerper; schepper; stamvader; stichter
fondateur aanstichter; aanzetter; instigator; oprichter; opstoker; stichter grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter
initiateur aanstichter; aanzetter; initiatiefnemer; instigator; oprichter; opstoker; stichter; veroorzaker baanbreker; grondlegger; grondvester; initiator; inleider; oprichter; oprichtster; pionier; stamvader; stichter; voortrekker; wegbereider
initiatrice aanstichter; initiatiefnemer; veroorzaker
instigateur aanstichter; aanzetter; initiatiefnemer; instigator; oprichter; opstoker; stichter; veroorzaker belhamel; grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; raddraaier; raddraaister; stamvader; stichter
meneur aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker aanvoerder; agitator; belhamel; bevelhebber; commandant; haantjes de voorste; hoofd; hoofdman; intrigant; kapitein; leider; opruier; opstoker; raddraaier; raddraaister; stokebrand; stoker
petit chenapan aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker belhamel; raddraaier; raddraaister
promoteur aanstichter; oprichter; stichter bepleiter; bevorderaar; ijveraar; projectontwikkelaar; promotor; voorstander; voorvechter
provocateur aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker agitator; intrigant; opruier; opstoker; provocateur; stokebrand; stoker; uitdager
ModifierRelated TranslationsOther Translations
créateur scheppend
instigateur instigerend
provocateur overtreffend; provocerend; tartend; trotserend; uitdagend

External Machine Translations: