Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. baal:
  2. balen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for baal from Dutch to French

baal:

baal [de ~] noun

  1. de baal (pak)
    le paquet; le ballot; la bourse; l'emballage; la balle; le peloton; l'empaquetage

Translation Matrix for baal:

NounRelated TranslationsOther Translations
balle baal; pak bal; balletje; kaf; kogel; kogeltje; speelbal; voetbal
ballot baal; pak kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil
bourse baal; pak beurs; geldbuidel; kerkenzakje; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee; stipendium; studiebeurs; studiefinanciering; studietoelage
emballage baal; pak buitenkant; doos; emballage; huls; inpakpapier; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pakje; pakket; pakking; postpakket; verpakken; verpakking; verpakkingspapier
empaquetage baal; pak buitenkant; emballage; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; pakje; pakket; postpakket; verpakking
paquet baal; pak doosje; pakje; pakket; postpakket; schede; vagina
peloton baal; pak kwab; lel; lob

Related Words for "baal":

  • balen, baaltje, baaltjes

Wiktionary Translations for baal:


Cross Translation:
FromToVia
baal ballot Ballen — lose Ware, die zum Transport zusammengebunden wurde, meist mit einem bestimmten Gewicht oder Volumen

balen:

balen verb (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen

Conjugations for balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for balen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
en avoir marre balen
en avoir ras le bol balen er doodziek van worden; het kotsbeu zijn; het spuugzat zijn

Related Words for "balen":