Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. griepen:


Dutch

Detailed Translations for griepen from Dutch to French

griepen:

griepen verb

  1. griepen (etteren; zeiken; klieren)
    asticoter; rabâcher; geindre; enquiquiner
    • asticoter verb (asticote, asticotes, asticotons, asticotez, )
    • rabâcher verb (rabâche, rabâches, rabâchons, rabâchez, )
    • geindre verb (geins, geint, geignons, geignez, )
    • enquiquiner verb (enquiquine, enquiquines, enquiquinons, enquiquinez, )

Translation Matrix for griepen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
asticoter etteren; griepen; klieren; zeiken jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; wegpesten; zieken
enquiquiner etteren; griepen; klieren; zeiken jennen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; wegpesten; zemelen; zieken
geindre etteren; griepen; klieren; zeiken brullen; dreinen; drenzen; dwingend huilen; emmeren; huilen; janken; jengelen; kermen; kreunen; krijsen; schreien; steunen; uitgieren
rabâcher etteren; griepen; klieren; zeiken kwijlen; leuteren; zeveren

External Machine Translations: