Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ingooi:
  2. ingooien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ingooi from Dutch to French

ingooi:

ingooi [de ~ (m)] noun

  1. de ingooi (inworp)
    la remise en jeu

Translation Matrix for ingooi:

NounRelated TranslationsOther Translations
remise en jeu ingooi; inworp

Wiktionary Translations for ingooi:


Cross Translation:
FromToVia
ingooi remise en jeu throw-in — throw of the ball back into play

ingooien:

ingooien verb (gooi in, gooit in, gooide in, gooiden in, ingegooid)

  1. ingooien
    jeter dans; lancer
    • jeter dans verb
    • lancer verb (lance, lances, lançons, lancez, )

Conjugations for ingooien:

o.t.t.
  1. gooi in
  2. gooit in
  3. gooit in
  4. gooien in
  5. gooien in
  6. gooien in
o.v.t.
  1. gooide in
  2. gooide in
  3. gooide in
  4. gooiden in
  5. gooiden in
  6. gooiden in
v.t.t.
  1. heb ingegooid
  2. hebt ingegooid
  3. heeft ingegooid
  4. hebben ingegooid
  5. hebben ingegooid
  6. hebben ingegooid
v.v.t.
  1. had ingegooid
  2. had ingegooid
  3. had ingegooid
  4. hadden ingegooid
  5. hadden ingegooid
  6. hadden ingegooid
o.t.t.t.
  1. zal ingooien
  2. zult ingooien
  3. zal ingooien
  4. zullen ingooien
  5. zullen ingooien
  6. zullen ingooien
o.v.t.t.
  1. zou ingooien
  2. zou ingooien
  3. zou ingooien
  4. zouden ingooien
  5. zouden ingooien
  6. zouden ingooien
diversen
  1. gooi in!
  2. gooit in!
  3. ingegooid
  4. ingooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ingooien:

NounRelated TranslationsOther Translations
lancer omhoog werpen; opwerpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
jeter dans ingooien binnenwerpen
lancer ingooien aanbreken; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; aanvoeren; afsmijten; afwerpen; arrangeren; beginnen; bouwen; een begin nemen; entameren; gesprek aanknopen; iets op touw zetten; inluiden; introduceren; keilen; kennis laten maken; kogelen; lanceren; laten opstijgen; naar beneden gooien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neergooien; neerwerpen; omhooggooien; omhoogwerpen; omlaag werpen; op de grond gooien; op de markt brengen; opbouwen; openen; opgooien; ophoesten; oplaten; opperen; opwerpen; poneren; regelen; smijten; starten; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitbrengen; uitgeven; van start gaan; voor de dag komen met; voorstellen