Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ingroeien:


Dutch

Detailed Translations for ingroeien from Dutch to French

ingroeien:

ingroeien verb (groei in, groeit in, groeide in, groeiden in, ingegroeid)

  1. ingroeien

Conjugations for ingroeien:

o.t.t.
  1. groei in
  2. groeit in
  3. groeit in
  4. groeien in
  5. groeien in
  6. groeien in
o.v.t.
  1. groeide in
  2. groeide in
  3. groeide in
  4. groeiden in
  5. groeiden in
  6. groeiden in
v.t.t.
  1. ben ingegroeid
  2. bent ingegroeid
  3. is ingegroeid
  4. zijn ingegroeid
  5. zijn ingegroeid
  6. zijn ingegroeid
v.v.t.
  1. was ingegroeid
  2. was ingegroeid
  3. was ingegroeid
  4. waren ingegroeid
  5. waren ingegroeid
  6. waren ingegroeid
o.t.t.t.
  1. zal ingroeien
  2. zult ingroeien
  3. zal ingroeien
  4. zullen ingroeien
  5. zullen ingroeien
  6. zullen ingroeien
o.v.t.t.
  1. zou ingroeien
  2. zou ingroeien
  3. zou ingroeien
  4. zouden ingroeien
  5. zouden ingroeien
  6. zouden ingroeien
diversen
  1. groei in!
  2. groeit in!
  3. ingegroeid
  4. ingroeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ingroeien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
s'adapter à ingroeien zich aanpassen; zich schikken; zich voegen naar
s'incruster à ingroeien