Dutch

Detailed Translations for kwalititeit from Dutch to French

kwalititeit:

kwalititeit [znw.] noun

  1. kwalititeit (karaktertrek; karaktereigenschap; kenmerk)
    la caractéristique; le signe distinctif; le trait; la qualité; le caractère; le trait distinctif; le trait caractériel; la nature; la personnalité; le tempérament; le trait de caractère; la marque distinctive

Translation Matrix for kwalititeit:

NounRelated TranslationsOther Translations
caractère karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; kracht; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; momentum; natuur; neiging; persoonlijkheid; puf; stemming; teken; typering; werklust; ziel
caractéristique karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit eigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; stigma; typering
marque distinctive karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit decoratie; eigenschap; ereteken; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde; stigma; teken
nature karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit aard; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; neiging; soort; stemming; ziel
personnalité karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit karakter; persoonlijkheid
qualité karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit bekwaamheid; capaciteit; eigenschap; gehalte; gesteldheid; hoedanigheid; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; kwaliteit; stigma; ter zake kundigheid; trekje; typering; waardigheid
signe distinctif karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit eigenschap; etiket; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; merk; merkteken; nummerplaat
tempérament karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; kittigheid; mentaliteit; natuur; neiging; persoonlijkheid; stemming; temperament; vurigheid
trait karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit dronk; eigenschap; gelaatstrek; gezichtsrimpel; haal; haal met de pen; haaltje; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kras; kwaststreek; lijn; lijntje; linie; pennekras; pennenstreek; rimpel; ruk; schimpscheut; schreef; slok; stigma; streep; streepje; teug; trek; trekje; trekje aan een sigaret; typering; voorzet
trait caractériel karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit
trait de caractère karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit eigenschap; karaktereigenschap; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; stigma; trekje
trait distinctif karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit eigenschap; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kenteken; nummerplaat; stigma; typering
ModifierRelated TranslationsOther Translations
caractéristique apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; definiërend; eigenaardig; excentriek; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; merkwaardig; omschrijvend; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; treffend; typerend; typisch; vreemd; zonderling
nature gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; pure; puur; rein; virginaal; zuiver; zuivere

External Machine Translations: