Dutch

Detailed Translations for ontzettend from Dutch to French

ontzettend:


Translation Matrix for ontzettend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
affligeant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk bedroevend; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; diepdroevig; excessief; extreem; godgeklaagd; heel erg; hemeltergend; hogelijk; indroevig; ten hemel schreiend; ten zeerste; uitermate; uiterst; zeer; zeer ergerlijk
affolant ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk
affreusement ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bruut; gruwelijk; inhumaan; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
affreux ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk; afstotend; afzichtelijk; angstaanjagend; barbaars; beestachtig; bruut; foeilelijk; gedrochtelijk; gevaarlijk; gruwelijk; inhumaan; lelijk; misselijkmakend; misvormd; monsterlijk; oerlelijk; onaantrekkelijk; onmenselijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; wanstaltig; weerzinwekkend; wreed
atroce ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afstotelijk; afstotend; angstaanjagend; barbaars; beestachtig; bruut; gevaarlijk; gruwelijk; inhumaan; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
attristant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk bedroevend; smartelijk; verdrietig makend
consternant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk angstwekkend; onrustbarend; ontstellend; verontrustend; zorgelijk; zorgwekkend
criant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk godgeklaagd; hemeltergend; joelend; schreeuwend; ten hemel schreiend; zeer ergerlijk
déplorable ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk beklagenswaardig; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; erbarmelijk; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; jammerlijk; rampspoedig; stakkerig; ten zeerste; uitermate; uiterst; vol tegenslag; zeer; zielig
déshonorant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk beledigend; gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
effrayant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk angstaanjagend; angstwekkend; beangstigend; bliksems; dreigend; eng; geducht; gevaarlijk; godgeklaagd; hemeltergend; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; vervaarlijk; vreeswekkend; zeer ergerlijk
effroyable ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk angstaanjagend; angstwekkend; geducht; gevaarlijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; vervaarlijk; vreeswekkend
effroyablement ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk angstwekkend; bliksems; geducht; godgeklaagd; hemeltergend; ten hemel schreiend; verdraaid; verduiveld; vervaarlijk; vreeswekkend; zeer ergerlijk
horrible ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschrikwekkend; afschuwelijk; afschuwwekkend; afzichtelijk; angstaanjagend; angstwekkend; dreigend; eng; foeilelijk; geducht; gevaarlijk; gruwelijk; monsterlijk; oerlelijk; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreeswekkend; vreselijk
inouï ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk godgeklaagd; hemeltergend; onbehoorlijk; onbetamelijk; onfatsoenlijk; ongehoord; ongepast; onwelvoegelijk; ten hemel schreiend; zeer ergerlijk; zondig
misérablement ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk armelijk; armoedig; bedonderd; belazerd; beroerd; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; lamlendig; meelijwekkend; miserabel
pitoyable ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk armzalig; bar; bedonderd; beklagenswaardig; belazerd; deerlijk; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; droog; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; jammerlijk; karig; mager; meelijwekkend; miserabel; pover; rampzalig; schamel; schraal; schriel; stakkerig; zielig
pitoyablement ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk bedonderd; belazerd; deerlijk; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; meelijwekkend; miserabel
révoltant ijzingwekkend; ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend; vreselijk misselijk; naar; onpasselijk; onverkwikkelijk; onwel; stuitend
terrible ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; afstotelijk; afstotend; barbaars; beestachtig; bruut; gaaf; gruwelijk; inhumaan; mieters; misselijkmakend; monsterlijk; onmenselijk; schitterend; schromelijk; tof; verschrikkelijk; vreselijk; walgelijk; weerzinwekkend; wreed
terriblement ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk bliksems; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; verdraaid; verduiveld
terrifiant ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk angstaanjagend; angstwekkend; barbaars; beangstigend; beestachtig; bruut; dreigend; eng; geducht; gevaarlijk; griezelig; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; schrikaanjagend; schrikwekkend; vervaarlijk; vreesaanjagend; vreeswekkend; wreed
vachement ontzettend; verschrikkelijk; vreselijk bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; vals
épouvantable ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vreselijk afgrijselijk; afschuwelijk; angstaanjagend; angstwekkend; barbaars; beangstigend; beestachtig; bruut; eng; fantastisch; formidabel; geducht; geweldig; griezelig; gruwelijk; in hoge mate; inhumaan; knudde; monsterlijk; onmenselijk; prachtig; schrikaanjagend; schrikwekkend; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreesaanjagend; vreeswekkend; vreselijk; wreed

ontzetten:

ontzetten verb (ontzet, ontzette, ontzetten, ontzet)

  1. ontzetten (uit de macht ontzetten)
    déposer; révoquer; démettre; destituer
    • déposer verb (dépose, déposes, déposons, déposez, )
    • révoquer verb (révoque, révoques, révoquons, révoquez, )
    • démettre verb (démets, démet, démettons, démettez, )
    • destituer verb (destitue, destitues, destituons, destituez, )
  2. ontzetten (bevrijden van belegeraars; verlossen)
    délivrer; libérer; sauver
    • délivrer verb (délivre, délivres, délivrons, délivrez, )
    • libérer verb (libère, libères, libérons, libérez, )
    • sauver verb (sauve, sauves, sauvons, sauvez, )

Conjugations for ontzetten:

o.t.t.
  1. ontzet
  2. ontzet
  3. ontzet
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
o.v.t.
  1. ontzette
  2. ontzette
  3. ontzette
  4. ontzetten
  5. ontzetten
  6. ontzetten
v.t.t.
  1. heb ontzet
  2. hebt ontzet
  3. heeft ontzet
  4. hebben ontzet
  5. hebben ontzet
  6. hebben ontzet
v.v.t.
  1. had ontzet
  2. had ontzet
  3. had ontzet
  4. hadden ontzet
  5. hadden ontzet
  6. hadden ontzet
o.t.t.t.
  1. zal ontzetten
  2. zult ontzetten
  3. zal ontzetten
  4. zullen ontzetten
  5. zullen ontzetten
  6. zullen ontzetten
o.v.t.t.
  1. zou ontzetten
  2. zou ontzetten
  3. zou ontzetten
  4. zouden ontzetten
  5. zouden ontzetten
  6. zouden ontzetten
en verder
  1. ben ontzet
  2. bent ontzet
  3. is ontzet
  4. zijn ontzet
  5. zijn ontzet
  6. zijn ontzet
diversen
  1. ontzet!
  2. ontzet!
  3. ontzet
  4. ontzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontzetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
destituer ontzetten; uit de macht ontzetten achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten
délivrer bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen aanleveren; afhelpen; afleveren; bevrijden; bevrijden van; bezorgen; brengen; in vrijheid stellen; leveren; loslaten; losmaken; overhandigen; toeleveren; van de boeien ontdoen; vrijlaten
démettre ontzetten; uit de macht ontzetten aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; ecarteren; eruit gooien; ontheffen; ontslaan; uitsturen; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
déposer ontzetten; uit de macht ontzetten aangeven; aanreiken; afgeven; capituleren; deponeren; geven; iets neerleggen; leggen; neerleggen; neervlijen; neerzetten; onderuit halen; opgeven; overgeven; overhandigen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; storten; toesteken; uitleveren; versturen; wegleggen; zenden; zetten; zich overgeven
libérer bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen amnestie verlenen; banen; bevrijden; detacheren; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; reactiveren; scheiden; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten
révoquer ontzetten; uit de macht ontzetten afbestellen; afgelasten; afzeggen; annuleren; herroepen; intrekken; nietig verklaren; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
sauver bevrijden van belegeraars; ontzetten; verlossen bergen; erdoor brengen; in veiligheid brengen; redden
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
libérer toewijzing ongedaan maken

Related Words for "ontzetten":



External Machine Translations:

Related Translations for ontzettend