Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verhaal vertellen:


Dutch

Detailed Translations for verhaal vertellen from Dutch to French

verhaal vertellen:

verhaal vertellen verb

  1. verhaal vertellen (vertellen; verhalen)
    raconter; parler; dire; conter; rendre compte; répandre
    • raconter verb (raconte, racontes, racontons, racontez, )
    • parler verb (parle, parles, parlons, parlez, )
    • dire verb (dis, dit, disons, dites, )
    • conter verb (conte, contes, contons, contez, )
    • répandre verb (répands, répand, répandons, répandez, )

Translation Matrix for verhaal vertellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
parler babbeltje; causerie; gebabbel; praatje
VerbRelated TranslationsOther Translations
conter verhaal vertellen; verhalen; vertellen
dire verhaal vertellen; verhalen; vertellen babbelen; beschrijven; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mededelen; praten; snateren; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; verhalen; vertellen; vertolken; verwoorden; wauwelen; zeggen; zwammen
parler verhaal vertellen; verhalen; vertellen babbelen; communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; speechen; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden; wauwelen; zwammen
raconter verhaal vertellen; verhalen; vertellen babbelen; berichten; beschrijven; informeren; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mededelen; meedelen; melden; praten; rapporteren; snateren; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; verhalen; verslag uitbrengen; vertellen; vertolken; verwoorden; wauwelen; zeggen; zwammen
rendre compte verhaal vertellen; verhalen; vertellen berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
répandre verhaal vertellen; verhalen; vertellen afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; het onderspit delven; klaar leggen; rondbrieven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; rondvertellen; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitdragen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; vergieten; verklappen; verkondigen; verraden; verspreiden; verstrooien; waaieren; zich verspreiden

External Machine Translations:

Related Translations for verhaal vertellen