Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Search: rustend

rustend Synonym Search Results in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. rustend:
  2. rusten:

Dutch

Detailed Synonyms for rustend in Dutch

rustend:

rustend adj

  1. rustend
    met emeritaat; gewezen; rustend
  2. rustend
    gepensioneerd; gewezen; rustend

rustend form of rusten:

rusten verb (rust, rustte, rustten, gerust)

  1. rusten
    uitrusten; rusten; relaxen; verpozen
    • uitrusten verb (rust uit, rustte uit, rustten uit, uitgerust)
    • rusten verb (rust, rustte, rustten, gerust)
    • relaxen verb (relax, relaxt, relaxde, relaxden, gerelaxed)
    • verpozen verb (verpoos, verpoost, verpoosde, verpoosden, verpoosd)

Conjugations for rusten:

o.t.t.
  1. rust
  2. rust
  3. rust
  4. rusten
  5. rusten
  6. rusten
o.v.t.
  1. rustte
  2. rustte
  3. rustte
  4. rustten
  5. rustten
  6. rustten
v.t.t.
  1. heb gerust
  2. hebt gerust
  3. heeft gerust
  4. hebben gerust
  5. hebben gerust
  6. hebben gerust
v.v.t.
  1. had gerust
  2. had gerust
  3. had gerust
  4. hadden gerust
  5. hadden gerust
  6. hadden gerust
o.t.t.t.
  1. zal rusten
  2. zult rusten
  3. zal rusten
  4. zullen rusten
  5. zullen rusten
  6. zullen rusten
o.v.t.t.
  1. zou rusten
  2. zou rusten
  3. zou rusten
  4. zouden rusten
  5. zouden rusten
  6. zouden rusten
diversen
  1. rust!
  2. rust!
  5. gerust
  6. rustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0169 seconds
Page rendered in 1.0 seconds