Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. slabakken:
  2. slabak:


Dutch

Detailed Synonyms for slabakken in Dutch

slabakken:

slabakken [znw.] noun

  1. slabakken
    slabakken

slabakken verb (slabak, slabakt, slabakte, slabakten, geslabakt)

  1. slabakken
    – niets doen, niet doorwerken 1
    slabakken
    – niets doen, niet doorwerken 1
    • slabakken verb (slabak, slabakt, slabakte, slabakten, geslabakt)
      • je hebt de laatste tijd behoorlijk geslabakt1

Conjugations for slabakken:

o.t.t.
  1. slabak
  2. slabakt
  3. slabakt
  4. slabakken
  5. slabakken
  6. slabakken
o.v.t.
  1. slabakte
  2. slabakte
  3. slabakte
  4. slabakten
  5. slabakten
  6. slabakten
v.t.t.
  1. heb geslabakt
  2. hebt geslabakt
  3. heeft geslabakt
  4. hebben geslabakt
  5. hebben geslabakt
  6. hebben geslabakt
v.v.t.
  1. had geslabakt
  2. had geslabakt
  3. had geslabakt
  4. hadden geslabakt
  5. hadden geslabakt
  6. hadden geslabakt
o.t.t.t.
  1. zal slabakken
  2. zult slabakken
  3. zal slabakken
  4. zullen slabakken
  5. zullen slabakken
  6. zullen slabakken
o.v.t.t.
  1. zou slabakken
  2. zou slabakken
  3. zou slabakken
  4. zouden slabakken
  5. zouden slabakken
  6. zouden slabakken
en verder
  1. ben geslabakt
  2. bent geslabakt
  3. is geslabakt
  4. zijn geslabakt
  5. zijn geslabakt
  6. zijn geslabakt
diversen
  1. slabak!
  2. slabakt!
  3. geslabakt
  4. slabakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "slabakken":


Related Definitions for "slabakken":

  1. niets doen, niet doorwerken1
    • je hebt de laatste tijd behoorlijk geslabakt1

slabak:

slabak [znw.] noun

  1. slabak
    slabak

Related Words for "slabak":