Dutch

Detailed Translations for bijblijven from Dutch to Swedish

bijblijven:

bijblijven verb (blijf bij, blijft bij, bleef bij, bleven bij, bijgebleven)

  1. bijblijven (bijbenen; bijhouden)
    hålla samma takt som; hålla samma tempo som
  2. bijblijven (bij bewustzijn blijven)
    förbli medveten; förbli vid sans
    • förbli medveten verb (förblir medveten, förblev medveten, förblivit medveten)
    • förbli vid sans verb (förblir vid sans, förblev vid sans, förblivit vid sans)

Conjugations for bijblijven:

o.t.t.
  1. blijf bij
  2. blijft bij
  3. blijft bij
  4. blijven bij
  5. blijven bij
  6. blijven bij
o.v.t.
  1. bleef bij
  2. bleef bij
  3. bleef bij
  4. bleven bij
  5. bleven bij
  6. bleven bij
v.t.t.
  1. heb bijgebleven
  2. hebt bijgebleven
  3. heeft bijgebleven
  4. hebben bijgebleven
  5. hebben bijgebleven
  6. hebben bijgebleven
v.v.t.
  1. had bijgebleven
  2. had bijgebleven
  3. had bijgebleven
  4. hadden bijgebleven
  5. hadden bijgebleven
  6. hadden bijgebleven
o.t.t.t.
  1. zal bijblijven
  2. zult bijblijven
  3. zal bijblijven
  4. zullen bijblijven
  5. zullen bijblijven
  6. zullen bijblijven
o.v.t.t.
  1. zou bijblijven
  2. zou bijblijven
  3. zou bijblijven
  4. zouden bijblijven
  5. zouden bijblijven
  6. zouden bijblijven
diversen
  1. blijf bij!
  2. blijft bij!
  3. bijgebleven
  4. bijblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijblijven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förbli medveten bij bewustzijn blijven; bijblijven
förbli vid sans bij bewustzijn blijven; bijblijven
hålla samma takt som bijbenen; bijblijven; bijhouden
hålla samma tempo som bijbenen; bijblijven; bijhouden