Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. doorsneden:
  2. doorsnede:
  3. doorsnijden:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorsneden from Dutch to Swedish

doorsneden:


doorsneden form of doorsnede:

doorsnede [de ~] noun

  1. de doorsnede

Translation Matrix for doorsnede:

NounRelated TranslationsOther Translations
genomskärning doorsnede snijpunt
genomsnitt doorsnede doorsneden; doorsnee; gemiddelde; gemiddelden
- diameter

Related Words for "doorsnede":


Synonyms for "doorsnede":


Related Definitions for "doorsnede":

  1. het breedste deel van de cirkel1
    • wat is de doorsnede van deze cirkel?1
  2. alsof je het doormidden gesneden hebt1
    • ik teken de doorsnede van een appel1
  3. gemiddeld, gewoon1
    • de doorsnee Hollander1

Wiktionary Translations for doorsnede:


Cross Translation:
FromToVia
doorsnede tvärsnitt cross section — section formed by a plane cutting through an object
doorsnede diameter diameter — length of this line
doorsnede snitt intersection — in set theory

doorsnijden:

doorsnijden verb (snijd door, snijdt door, sneed door, sneden door, doorgesneden)

  1. doorsnijden
    skiva; skiva upp
    • skiva verb (skivar, skivade, skivat)
    • skiva upp verb (skivar upp, skivade upp, skivat upp)

Conjugations for doorsnijden:

o.t.t.
  1. snijd door
  2. snijdt door
  3. snijdt door
  4. snijden door
  5. snijden door
  6. snijden door
o.v.t.
  1. sneed door
  2. sneed door
  3. sneed door
  4. sneden door
  5. sneden door
  6. sneden door
v.t.t.
  1. heb doorgesneden
  2. hebt doorgesneden
  3. heeft doorgesneden
  4. hebben doorgesneden
  5. hebben doorgesneden
  6. hebben doorgesneden
v.v.t.
  1. had doorgesneden
  2. had doorgesneden
  3. had doorgesneden
  4. hadden doorgesneden
  5. hadden doorgesneden
  6. hadden doorgesneden
o.t.t.t.
  1. zal doorsnijden
  2. zult doorsnijden
  3. zal doorsnijden
  4. zullen doorsnijden
  5. zullen doorsnijden
  6. zullen doorsnijden
o.v.t.t.
  1. zou doorsnijden
  2. zou doorsnijden
  3. zou doorsnijden
  4. zouden doorsnijden
  5. zouden doorsnijden
  6. zouden doorsnijden
en verder
  1. is doorgesneden
  2. zijn doorgesneden
diversen
  1. snijd door!
  2. snijdt door!
  3. doorgesneden
  4. doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorsnijden:

NounRelated TranslationsOther Translations
skiva album; elpee; feestavond; feestje; fiche; grammofoonplaat; lp; moot; party; plaat; plak; plakje; record; schijfje; tranche; viering
VerbRelated TranslationsOther Translations
skiva doorsnijden
skiva upp doorsnijden