Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ervaring hebben:


Dutch

Detailed Translations for ervaring hebben from Dutch to Swedish

ervaring hebben:

ervaring hebben verb (heb ervaring, hebt ervaring, heeft ervaring, had ervaring, hadden ervaring, ervaring gehad)

  1. ervaring hebben
    vara erfaren
    • vara erfaren verb (är erfaren, var erfaren, varit erfaren)

Conjugations for ervaring hebben:

o.t.t.
  1. heb ervaring
  2. hebt ervaring
  3. heeft ervaring
  4. hebben ervaring
  5. hebben ervaring
  6. hebben ervaring
o.v.t.
  1. had ervaring
  2. had ervaring
  3. had ervaring
  4. hadden ervaring
  5. hadden ervaring
  6. hadden ervaring
v.t.t.
  1. heb ervaring gehad
  2. hebt ervaring gehad
  3. heeft ervaring gehad
  4. hebben ervaring gehad
  5. hebben ervaring gehad
  6. hebben ervaring gehad
v.v.t.
  1. had ervaring gehad
  2. had ervaring gehad
  3. had ervaring gehad
  4. hadden ervaring gehad
  5. hadden ervaring gehad
  6. hadden ervaring gehad
o.t.t.t.
  1. zal ervaring hebben
  2. zult ervaring hebben
  3. zal ervaring hebben
  4. zullen ervaring hebben
  5. zullen ervaring hebben
  6. zullen ervaring hebben
o.v.t.t.
  1. zou ervaring hebben
  2. zou ervaring hebben
  3. zou ervaring hebben
  4. zouden ervaring hebben
  5. zouden ervaring hebben
  6. zouden ervaring hebben
diversen
  1. heb ervaring!
  2. ervaring gehad
  3. ervaring hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ervaring hebben:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vara erfaren ervaring hebben

Related Translations for ervaring hebben