Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gewapend:
  2. wapenen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gewapend from Dutch to Swedish

gewapend:

gewapend adj

  1. gewapend (bewapend)
  2. gewapend (voorbereid; bedacht)

Translation Matrix for gewapend:

NounRelated TranslationsOther Translations
beredd bereidheid; bereidwilligheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
beredd bedacht; gewapend; voorbereid
berett bedacht; gewapend; voorbereid bereidvaardig; gewillig
beväpnad bewapend; gewapend
beväpnat bewapend; gewapend
förberett bedacht; gewapend; voorbereid panklaar
redo bedacht; gewapend; voorbereid

gewapend form of wapenen:

wapenen verb (wapen, wapent, wapende, wapenden, gewapend)

  1. wapenen (bewapenen)
    beväpna
    • beväpna verb (beväpnar, beväpnade, beväpnat)

Conjugations for wapenen:

o.t.t.
  1. wapen
  2. wapent
  3. wapent
  4. wapenen
  5. wapenen
  6. wapenen
o.v.t.
  1. wapende
  2. wapende
  3. wapende
  4. wapenden
  5. wapenden
  6. wapenden
v.t.t.
  1. heb gewapend
  2. hebt gewapend
  3. heeft gewapend
  4. hebben gewapend
  5. hebben gewapend
  6. hebben gewapend
v.v.t.
  1. had gewapend
  2. had gewapend
  3. had gewapend
  4. hadden gewapend
  5. hadden gewapend
  6. hadden gewapend
o.t.t.t.
  1. zal wapenen
  2. zult wapenen
  3. zal wapenen
  4. zullen wapenen
  5. zullen wapenen
  6. zullen wapenen
o.v.t.t.
  1. zou wapenen
  2. zou wapenen
  3. zou wapenen
  4. zouden wapenen
  5. zouden wapenen
  6. zouden wapenen
diversen
  1. wapen!
  2. wapent!
  3. gewapend
  4. wapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wapenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
beväpna bewapenen; wapenen

Related Words for "wapenen":


Wiktionary Translations for wapenen:


Cross Translation:
FromToVia
wapenen beväpna; väpna; bestycka; utrusta; bemanna; uppegga; förstärka; armera armer — Traductions à trier suivant le sens