Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. indelen bij:


Dutch

Detailed Translations for indelen bij from Dutch to Swedish

indelen bij:

indelen bij verb (deel in bij, deelt in bij, deelde in bij, deelden in bij, ingedeeld bij)

  1. indelen bij
    klassificera
    • klassificera verb (klassificerar, klassificerade, klassificerat)

Conjugations for indelen bij:

o.t.t.
  1. deel in bij
  2. deelt in bij
  3. deelt in bij
  4. delen in bij
  5. delen in bij
  6. delen in bij
o.v.t.
  1. deelde in bij
  2. deelde in bij
  3. deelde in bij
  4. deelden in bij
  5. deelden in bij
  6. deelden in bij
v.t.t.
  1. heb ingedeeld bij
  2. hebt ingedeeld bij
  3. heeft ingedeeld bij
  4. hebben ingedeeld bij
  5. hebben ingedeeld bij
  6. hebben ingedeeld bij
v.v.t.
  1. had ingedeeld bij
  2. had ingedeeld bij
  3. had ingedeeld bij
  4. hadden ingedeeld bij
  5. hadden ingedeeld bij
  6. hadden ingedeeld bij
o.t.t.t.
  1. zal indelen bij
  2. zult indelen bij
  3. zal indelen bij
  4. zullen indelen bij
  5. zullen indelen bij
  6. zullen indelen bij
o.v.t.t.
  1. zou indelen bij
  2. zou indelen bij
  3. zou indelen bij
  4. zouden indelen bij
  5. zouden indelen bij
  6. zouden indelen bij
en verder
  1. ben ingedeeld bij
  2. bent ingedeeld bij
  3. is ingedeeld bij
  4. zijn ingedeeld bij
  5. zijn ingedeeld bij
  6. zijn ingedeeld bij
diversen
  1. deel in bij!
  2. deelt in bij!
  3. ingedeeld bij
  4. indelend bij
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for indelen bij:

NounRelated TranslationsOther Translations
klassificera rangschikken; rangschikking
VerbRelated TranslationsOther Translations
klassificera indelen bij ficheren; klasseren; rubriceren

Related Translations for indelen bij