Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. segmenterend:
  2. segmenteren:


Dutch

Detailed Translations for segmenterend from Dutch to Swedish

segmenterend:

segmenterend adj

  1. segmenterend

Translation Matrix for segmenterend:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppdelande i segment segmenterend

segmenteren:

segmenteren verb (segmenteer, segmenteert, segmenteerde, segmenteerden, gesegmenteerd)

  1. segmenteren (in segmenten verdelen)
    segmentera
    • segmentera verb (segmenterar, segmenterade, segmenterat)

Conjugations for segmenteren:

o.t.t.
  1. segmenteer
  2. segmenteert
  3. segmenteert
  4. segmenteren
  5. segmenteren
  6. segmenteren
o.v.t.
  1. segmenteerde
  2. segmenteerde
  3. segmenteerde
  4. segmenteerden
  5. segmenteerden
  6. segmenteerden
v.t.t.
  1. heb gesegmenteerd
  2. hebt gesegmenteerd
  3. heeft gesegmenteerd
  4. hebben gesegmenteerd
  5. hebben gesegmenteerd
  6. hebben gesegmenteerd
v.v.t.
  1. had gesegmenteerd
  2. had gesegmenteerd
  3. had gesegmenteerd
  4. hadden gesegmenteerd
  5. hadden gesegmenteerd
  6. hadden gesegmenteerd
o.t.t.t.
  1. zal segmenteren
  2. zult segmenteren
  3. zal segmenteren
  4. zullen segmenteren
  5. zullen segmenteren
  6. zullen segmenteren
o.v.t.t.
  1. zou segmenteren
  2. zou segmenteren
  3. zou segmenteren
  4. zouden segmenteren
  5. zouden segmenteren
  6. zouden segmenteren
en verder
  1. ben gesegmenteerd
  2. bent gesegmenteerd
  3. is gesegmenteerd
  4. zijn gesegmenteerd
  5. zijn gesegmenteerd
  6. zijn gesegmenteerd
diversen
  1. segmenteer!
  2. segmenteert!
  3. gesegmenteerd
  4. segmenterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for segmenteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
segmentera in segmenten verdelen; segmenteren