Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vastslaan:


Dutch

Detailed Translations for vastslaan from Dutch to Swedish

vastslaan:

vastslaan verb

  1. vastslaan (spijkeren; vastnagelen; klinken; timmeren; vastspijkeren)
    nagla; hammra spikar
    • nagla verb (naglar, naglade, naglat)
    • hammra spikar verb (hammrar spikar, hammrade spikar, hammrat spikar)

Translation Matrix for vastslaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hammra spikar klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
nagla klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren