Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verbaasd zijn:


Dutch

Detailed Translations for verbaasd zijn from Dutch to Swedish

verbaasd zijn:

verbaasd zijn verb (ben verbaasd, bent verbaasd, is verbaasd, was verbaasd, waren verbaasd, verbaasd geweest)

  1. verbaasd zijn (verrast zijn; verbaasd staan; verwonderd zijn)
    vara förvånad

Conjugations for verbaasd zijn:

o.t.t.
  1. ben verbaasd
  2. bent verbaasd
  3. is verbaasd
  4. zijn verbaasd
  5. zijn verbaasd
  6. zijn verbaasd
o.v.t.
  1. was verbaasd
  2. was verbaasd
  3. was verbaasd
  4. waren verbaasd
  5. waren verbaasd
  6. waren verbaasd
v.t.t.
  1. ben verbaasd geweest
  2. bent verbaasd geweest
  3. is verbaasd geweest
  4. zijn verbaasd geweest
  5. zijn verbaasd geweest
  6. zijn verbaasd geweest
v.v.t.
  1. was verbaasd geweest
  2. was verbaasd geweest
  3. was verbaasd geweest
  4. waren verbaasd geweest
  5. waren verbaasd geweest
  6. waren verbaasd geweest
o.t.t.t.
  1. zal verbaasd zijn
  2. zult verbaasd zijn
  3. zal verbaasd zijn
  4. zullen verbaasd zijn
  5. zullen verbaasd zijn
  6. zullen verbaasd zijn
o.v.t.t.
  1. zou verbaasd zijn
  2. zou verbaasd zijn
  3. zou verbaasd zijn
  4. zouden verbaasd zijn
  5. zouden verbaasd zijn
  6. zouden verbaasd zijn
diversen
  1. ben verbaasd!
  2. wees verbaasd!
  3. ben verbaasd geweest
  4. verbaasd zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbaasd zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vara förvånad verbaasd staan; verbaasd zijn; verrast zijn; verwonderd zijn met open mond staan; perplex staan

Related Translations for verbaasd zijn