Dutch

Detailed Translations for wettig from Dutch to Swedish

wettig:


Translation Matrix for wettig:

NounRelated TranslationsOther Translations
lagligt legitimiteit; wettigheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
berättigad billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig geautoriseerd; nog maar; terecht
berättigat billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig billijk; geautoriseerd; gerechtvaardigd; nog maar; rechtmatig; terecht
laglig gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; wettelijk; wettig
lagligt billijk; gewettigd; legaal; legitiem; rechtmatig; rechtsgeldig; rechtvaardig; wetmatig; wettelijk; wettig aannemelijk; geldig; rechtsgeleerd; rechtskundig; valabel; valide
legalt gewettigd; legaal; legitiem; rechtsgeldig; wettelijk; wettig rechtsgeleerd; rechtskundig
legitimt billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig aannemelijk; gegrond; geldig; valabel; valide
rättmätig billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig billijk; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig
rättmätigt billijk; gewettigd; rechtmatig; rechtvaardig; wetmatig; wettig billijk; gerechtigd; gerechtvaardigd; gewettigd; rechtmatig

Related Words for "wettig":


Related Definitions for "wettig":

  1. wat volgens de wet is1
    • Anja is zijn wettige echtgenote1

Wiktionary Translations for wettig:


Cross Translation:
FromToVia
wettig rättmätig; berättigad; laglig lawful — conforming to or recognised by law or rules
wettig laglig legal — allowed or prescribed by law
wettig rättslig; legitim légitime — droit|fr Qui a les conditions, les qualités requérir par la loi.

wettig form of wettigen:

wettigen verb (wettig, wettigt, wettigde, wettigden, gewettigd)

  1. wettigen (rechtvaardigen)
    rättfärdiga; berättiga
    • rättfärdiga verb (rättfärdigar, rättfärdigade, rättfärdigat)
    • berättiga verb (berättigar, berättigade, berättigat)

Conjugations for wettigen:

o.t.t.
  1. wettig
  2. wettigt
  3. wettigt
  4. wettigen
  5. wettigen
  6. wettigen
o.v.t.
  1. wettigde
  2. wettigde
  3. wettigde
  4. wettigden
  5. wettigden
  6. wettigden
v.t.t.
  1. heb gewettigd
  2. hebt gewettigd
  3. heeft gewettigd
  4. hebben gewettigd
  5. hebben gewettigd
  6. hebben gewettigd
v.v.t.
  1. had gewettigd
  2. had gewettigd
  3. had gewettigd
  4. hadden gewettigd
  5. hadden gewettigd
  6. hadden gewettigd
o.t.t.t.
  1. zal wettigen
  2. zult wettigen
  3. zal wettigen
  4. zullen wettigen
  5. zullen wettigen
  6. zullen wettigen
o.v.t.t.
  1. zou wettigen
  2. zou wettigen
  3. zou wettigen
  4. zouden wettigen
  5. zouden wettigen
  6. zouden wettigen
diversen
  1. wettig!
  2. wettigt!
  3. gewettigd
  4. wettigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wettigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
berättiga rechtvaardigen; wettigen
rättfärdiga rechtvaardigen; wettigen verantwoorden

Synonyms for "wettigen":


Related Definitions for "wettigen":

  1. laten zien dat het juist is1
    • dat wettigt zijn woede1

External Machine Translations:

Related Translations for wettig