Summary


Swedish

Detailed Translations for stil from Swedish to Dutch

stil:

stil [-en] noun

  1. stil (elegans; klass)
    de allure; het aanzien
  2. stil (genre)
    de soort; het type; het genre; de slag
  3. stil (väderkvorn; känsla; näsa; sinne)
    de speurzin

Translation Matrix for stil:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanzien elegans; klass; stil anseende; berömmelse; framträdande; högt anseende; prestige; reputation; rykte; status; storhet; upphöjdhet; utanför
allure elegans; klass; stil
genre genre; stil genre
slag genre; stil art; besvikelse; fältslag; krig; slag; social klass; strid
soort genre; stil art; slag; sort
speurzin känsla; näsa; sinne; stil; väderkvorn
type genre; stil framträdande; individ; person; typ
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanzien stirra på; titta på

Synonyms for "stil":


Wiktionary Translations for stil:


Cross Translation:
FromToVia
stil makelij Bauart — die Art und Weise, auf die z. B. ein Gebäude gebaut ist
stil stijl style — manner of doing things
stil stijl; trant style — (botanique) filament reliant l’ovaire au stigmate, au centre de la fleur.

External Machine Translations:

Related Translations for stil



Dutch

Detailed Translations for stil from Dutch to Swedish

stil:


Translation Matrix for stil:

VerbRelated TranslationsOther Translations
stilla stelpen; stillen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- onbeweeglijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fridfull bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; vredesgezind
fridfullt bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; vredesgezind
i tysthet geluidloos; stil; zonder geluid
ljudlöst geluidloos; geruisloos; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; zachtjes klankloos
lugnt bedaard; gedeisd; kalm; rustig; stil amicaal; bedaard; beheerst; effen; egaal; gelijk; gelijkmoedig; gerust; geslepen; glad; kalm; kameraadschappelijk; plat; rustig; rustigjes; strak; vlak; vlakuit; vriendschappelijk
ordkargt gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
reserverad gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam afzijdig; gereserveerd; ontoeschietelijk; opzijgezet
reserverat gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam afzijdig; besproken; geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; ontoeschietelijk; terughoudend; terughoudende
rofyllt bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
seren bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
serent bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
stilla bedaard; gedeisd; kalm; rustig; stil bedaard; bewegingloos; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbeweeglijk; onbewogen; roerloos; rustig; rustig aan; sereen; stilletjes aan
tystlåten geluidloos; gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam haatdragend; verbeten
tystlåtet gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam haatdragend; verbeten
under tystnad geluidloos; stil; zonder geluid
underförstådd stil; stilzwijgend; zwijgend
underförstått stil; stilzwijgend; zwijgend impliciet

Related Words for "stil":


Synonyms for "stil":


Antonyms for "stil":


Related Definitions for "stil":

  1. wie of wat niet beweegt1
    • zit toch eens stil!1
  2. met weinig of geen geluid1
    • wij wonen in een stille straat1
  3. verborgen, stiekem1
    • zij heeft een stille aanbidder1

Wiktionary Translations for stil:


Cross Translation:
FromToVia
stil tyst mute — silent, not making a sound
stil tyst; stilla quiet — with little sound
stil tyst quiet — not talking
stil stilla still — not moving

Stil:

Stil adj

  1. Stil
    Tyst

Translation Matrix for Stil:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
Tyst Stil

stillen:

stillen verb (stil, stilt, stilde, stilden, gestild)

  1. stillen (lessen)
    släcka; dämpa; lindra; mildra
    • släcka verb (släckar, släckade, släckat)
    • dämpa verb (dämpar, dämpade, dämpat)
    • lindra verb (lindrar, lindrade, lindrat)
    • mildra verb (mildrar, mildrade, mildrat)
  2. stillen (stelpen)
    stoppa; stilla; hämma
    • stoppa verb (stoppar, stoppade, stoppat)
    • stilla verb (stillar, stillade, stillat)
    • hämma verb (hämmar, hämmade, hämmat)

Conjugations for stillen:

o.t.t.
  1. stil
  2. stilt
  3. stilt
  4. stillen
  5. stillen
  6. stillen
o.v.t.
  1. stilde
  2. stilde
  3. stilde
  4. stilden
  5. stilden
  6. stilden
v.t.t.
  1. heb gestild
  2. hebt gestild
  3. heeft gestild
  4. hebben gestild
  5. hebben gestild
  6. hebben gestild
v.v.t.
  1. had gestild
  2. had gestild
  3. had gestild
  4. hadden gestild
  5. hadden gestild
  6. hadden gestild
o.t.t.t.
  1. zal stillen
  2. zult stillen
  3. zal stillen
  4. zullen stillen
  5. zullen stillen
  6. zullen stillen
o.v.t.t.
  1. zou stillen
  2. zou stillen
  3. zou stillen
  4. zouden stillen
  5. zouden stillen
  6. zouden stillen
en verder
  1. ben gestild
  2. bent gestild
  3. is gestild
  4. zijn gestild
  5. zijn gestild
  6. zijn gestild
diversen
  1. stil!
  2. stilt!
  3. gestild
  4. stillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stillen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dämpa lessen; stillen dampen; dimmen; stomen; temperen; uitwasemen; vervriendelijken; verzachten; wasemen
hämma stelpen; stillen belemmeren; beletten; halt houden; hinderen; lenen; onmogelijk maken; ontlenen; ophouden; rekken; remmen; stopzetten; storen; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; verhinderen; vertragen
lindra lessen; stillen bedaren; beschijnen; kalmeren; lenigen; opluchten; sussen; tot kalmte manen; verlichten; vermurwen; vertederen; vervriendelijken; verzachten
mildra lessen; stillen vertederen; vervriendelijken; verzachten
släcka lessen; stillen afzetten; blussen; doven; smoren; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
stilla stelpen; stillen
stoppa stelpen; stillen afhouden; beletten; doen stoppen; een halt toeroepen; ervanaf houden; gaten dichten; halt houden; ineen duwen; mazen; ophouden; opzetten; proppen; remmen; stoppen; stopzetten; tegengehouden worden; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; vertragen; weerhouden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
stilla bedaard; bewegingloos; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbeweeglijk; onbewogen; roerloos; rustig; rustig aan; sereen; stil; stilletjes aan

Wiktionary Translations for stillen:


Cross Translation:
FromToVia
stillen lugna; dämpa besänftigen — durch Zureden bewirken, dass jemandes innere Erregung langsam nachlassen und abklingen

External Machine Translations:

Related Translations for stil