Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. steunen op:
  2. User Contributed Translations for steunen op:
    • rely


Dutch

Detailed Translations for steunen op from Dutch to English

steunen op:

steunen op [znw.] noun

  1. steunen op
    the leaning on

steunen op verb (steun op, steunt op, steunde op, steunden op, op gesteund)

  1. steunen op
    to lean on; to rest on
    • lean on verb (leans on, leant on, leaning on)
    • rest on verb (rests on, rested on, resting on)

Conjugations for steunen op:

o.t.t.
  1. steun op
  2. steunt op
  3. steunt op
  4. steunen op
  5. steunen op
  6. steunen op
o.v.t.
  1. steunde op
  2. steunde op
  3. steunde op
  4. steunden op
  5. steunden op
  6. steunden op
v.t.t.
  1. heb op gesteund
  2. hebt op gesteund
  3. heeft op gesteund
  4. hebben op gesteund
  5. hebben op gesteund
  6. hebben op gesteund
v.v.t.
  1. had op gesteund
  2. had op gesteund
  3. had op gesteund
  4. hadden op gesteund
  5. hadden op gesteund
  6. hadden op gesteund
o.t.t.t.
  1. zal steunen op
  2. zult steunen op
  3. zal steunen op
  4. zullen steunen op
  5. zullen steunen op
  6. zullen steunen op
o.v.t.t.
  1. zou steunen op
  2. zou steunen op
  3. zou steunen op
  4. zouden steunen op
  5. zouden steunen op
  6. zouden steunen op
en verder
  1. ben op gesteund
  2. bent op gesteund
  3. is op gesteund
  4. zijn op gesteund
  5. zijn op gesteund
  6. zijn op gesteund
diversen
  1. steun op!
  2. steunt op!
  3. op gesteund
  4. steunend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for steunen op:

NounRelated TranslationsOther Translations
leaning on steunen op
VerbRelated TranslationsOther Translations
lean on steunen op aanleunen; leunen tegen
rest on steunen op aanleunen; berusten; gebaseerd zijn; leunen tegen

Related Translations for steunen op