Dutch

Detailed Translations for sukkels from Dutch to Spanish

sukkels:

sukkels [de ~] noun, plural

  1. de sukkels (domkoppen; leeghoofden)

Translation Matrix for sukkels:

NounRelated TranslationsOther Translations
cabezas de chorlito domkoppen; leeghoofden; sukkels warhoofden
imbéciles domkoppen; leeghoofden; sukkels schaapskoppen

Related Words for "sukkels":


sukkels form of sukkel:

sukkel [de ~ (m)] noun

  1. de sukkel (minkukel; stommeling; uilenbal; sufferd; uilskuiken)
    el papanatas; el tonto
  2. de sukkel (onnozelaar; schapenkop; schaapskop; )
    el papamoscas; el bobo; el Juan Lanas; el majadero; el idiota; el papanatas; el estúpido; el tonto; el buenazo; el mentecato; el imbécil; el simplón
  3. de sukkel (schlemiel; watje; slemiel; slungel)
    el pelón; el desgraciado; el pelagatos
  4. de sukkel (treuzelaar; sijsjeslijmer; treuzelkous; )
    el cotorra; el charlatán; la remolona; el parlanchín; el parlanchines; el tardón; la tardona; el remolón
  5. de sukkel (stumper; stakker; zielenpiet)
    el pobrecito

Translation Matrix for sukkel:

NounRelated TranslationsOther Translations
Juan Lanas druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; goedzak; goeierd; joris goedbloed; leeghoofdje; pantoffelheld; slapjanus; slappe vent; slappeling; sufferdje
bobo druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; dwaas; gek; goedzak; goeierd; hansworst; idioot; joris goedbloed; kuiken; kwast; kwibus; leeghoofdje; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele kerel; onnozole hals; risee; schaap; schaapskop; simpele ziel; stommeling; sufferd; sufferdje; uil; uilskuiken; zot
buenazo druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul goedzak; goeierd; joris goedbloed
charlatán hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaar; beunhaas; bluffer; charlatan; dikdoener; hol vat; keutelaar; klep; kletser; kletskop; kletskous; kletsmajoor; knoeier; kwakzalver; kwebbel; leeg vat; leuteraar; leuterkous; opschepper; opscheppers; ouwehoer; pocher; praatjesmakers; prutser; rommelaar; snoever; snoevers; standwerker; windbuil; windbuilen; wonderdokter; zwammer; zwamneus; zwetser
cotorra hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaar; babbelaarster; keutelaar; kletser; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous; ouwehoer; zwamneus
desgraciado schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje bastaard; buitenechtelijk kind; drommel; ellendeling; etter; etterbak; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lelijkerd; lomperd; mispunt; ongelukkige; proleet; schoft; schurk; smeerlap; stakker; stuk ongeluk; stumper; vlegel; zielenpiet
estúpido druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; leeghoofdje; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken
idiota druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul achterlijke; dom gansje; dom wicht; domme gans; domme koe; dwaas; gek; geschifte; hansworst; idioot; imbeciel; kwast; kwibus; leeghoofdje; nar; sufferdje; waanzinnige; zot; zwakzinnige
imbécil druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; dwaas; gek; geschifte; idioot; imbeciel; kuiken; leeghoofdje; oetlul; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; sodemieter; stommeling; sufferd; sufferdje; uil; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
majadero druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul domkop; dommerik; domoor; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken
mentecato druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul boerenkinkel; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; dromertje; druiloor; heikneuter; hufter; klootzak; leeghoofdje; oen; schaapskop; stommeling; sufferd; sufferdje; sul; uilskuiken
papamoscas druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul vliegenvanger
papanatas druiloor; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken
parlanchines hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaar; babbelaars; klep; kletskop; kletskoppen; kletskous; kletskousen; kletsmajoor; kletsmajoors; kletsmajoren; kwebbel; leuteraar; zwammer; zwammers; zwetser
parlanchín hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous babbelaar; bluffer; dikdoener; flapuit; keutelaar; keuvelaar; klapekster; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kouter; kwebbel; leuteraar; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; prater; snoever; snoevers; spraakwaterval; theetante; windbuil; windbuilen; zwammer; zwetser
pelagatos schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje schlemielen; stakkers; stumpers
pelón schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje kaal hoofd; kaalhoofdige; kaalkop; kale; schlemielen
pobrecito stakker; stumper; sukkel; zielenpiet arme drommel; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; drommel; flits; ongelukkige; stakker; stakkerd; stumper; sukkelaar; zielenpiet
remolona hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous draler; drukster; lijntrekster; talmster; teut; treuzel; treuzelares
remolón hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous draler; druil; keutelaar; luiaard; luilak; luiwammes; slome; treuzelaar; zoutzak
simplón druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul achterlijke; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; dwaas; idioot; kuiken; leeghoofdje; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele kerel; onnozole hals; schaap; schaapskop; simpele ziel; stommeling; sufferd; sufferdje; uil; uilskuiken
tardona hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous laatkomer; talmster; teut; treuzel; treuzelares
tardón hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous laatkomer; slome; telaatkomer; treuzelaar; zoutzak
tonto druiloor; idioot; kalfskop; minkukel; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uilenbal; uilskuiken achterlijke; boerenkinkel; dom gansje; dom wicht; domkop; domme gans; domme koe; dommerik; domoor; druiloor; druiloortjes; dwaas; gek; geschifte; goedzak; goeierd; heikneuter; hufter; idioot; joris goedbloed; klootzak; kuiken; leeghoofdje; lomperik; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele kerel; onnozole hals; schaap; schaapskop; simpele ziel; stommeling; sufferd; sufferdje; sufferdjes; sul; uil; uilskuiken; waanzinnige; zwakzinnige
ModifierRelated TranslationsOther Translations
Juan Lanas dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
bobo achterlijk; afgestompt; afstompend; als een kind; breinloos; dom; dwaas; eentonig; geestdodend; geesteloos; gek; geschift; gestoord; hersenloos; idioot; idioterig; infantiel; kinderachtig; kinderlijk; krankjorum; krankzinnig; leeghoofdig; lullig; maf; mesjogge; naief; niet goed snik; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; saai; schaapachtig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zot
buenazo goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
desgraciado betreurenswaardig; deerlijk; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; naar; naargeestig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; onvolwaardig; onzalig; rampspoedig; rouwig; schandalig; schandelijk; sneu; somber; spijtig; teleurstellend; ten hemel schreiend; treurig; verdrietig; verfoeilijk; vol tegenslag; zeer ergerlijk
estúpido absurd; achterlijk; afgestompt; afstompend; belachelijk; bespottelijk; breinloos; dom; dwaas; eentonig; geestdodend; geesteloos; gek; geschift; gestoord; getikt; hersenloos; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; leeghoofdig; maf; mesjogge; niet goed snik; nutteloos; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onwijs; onzinnig; saai; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos; zinloos; zot
idiota achterlijk; geestesziek; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; stupide; waanzinnig; zot; zwakzinnig
imbécil achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; dom; eentonig; geestdodend; geesteloos; hersenloos; idioot; leeghoofdig; onbenullig; onnozel; onverstandig; saai; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos
mentecato achterlijk; dwaas; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; onbezonnen; onwijs; stupide; zot
parlanchín babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam
remolón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
simplón achterlijk; afgestompt; als een kind; breinloos; dom; geesteloos; hersenloos; idioot; naief; onbenullig; onnozel; onverstandig; onvolwaardig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
tardón aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
tonto achterlijk; afgestompt; afstompend; breinloos; dom; dwaas; eentonig; eigenaardig; geestdodend; geesteloos; geestesziek; gek; hersenloos; idioot; krankzinnig; leeghoofdig; maf; mal; naief; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onwijs; saai; schaapachtig; stom; stompzinnig; stupide; suf; typisch; uilachtig; verstandeloos; vreemd; waanzinnig

Related Words for "sukkel":


External Machine Translations: