Dutch
Detailed Translations for jong from Dutch to Spanish
jong:
Translation Matrix for jong:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cachorro | hondje; jong; welp | hondje; puppie |
joven | hondje; jong; welp | adolescent; broekie; broekvent; gast; goser; gozer; jonge knaap; jongeling; jongeman; jongere; jongmens; kerel; kereltje; knakker; knul; man; minderjarige; onmondige; vent |
niño | hondje; jong; welp | baasje; dreumes; hummel; jochie; jongetje; kind; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; klein meisje; kleine; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; uk; worm; wurm |
polluelo | hondje; jong; welp | piepkuiken |
Other | Related Translations | Other Translations |
joven | junior | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
joven | jeugdig; jong | opgeschoten |
juvenil | jeugdig; jong | jongensachtig |
Related Words for "jong":
Antonyms for "jong":
Related Definitions for "jong":
Wiktionary Translations for jong:
jong
Cross Translation:
adjective
-
van geringe leeftijd
- jong → joven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• jong | → cría | ↔ calf — young elephant, seal or whale (also used of some other animals) |
• jong | → pequeño; joven | ↔ small — young |
• jong | → joven | ↔ young — in the early part of life or growth |
• jong | → cachorro | ↔ Welpe — junger Fuchs, Wolf oder Hund |
• jong | → joven | ↔ jeune — Qui est dans une phase au commencement de sa vie ou de son développement ; qui n’est guère avancé en âge, en parlant des humains, des animaux ou des végétaux. |
• jong | → pequeño; chico; joven; niño | ↔ petit — Jeune. |
jongen:
-
de jongen (rakker)
-
jongen (werpen; ter wereld brengen)
Conjugations for jongen:
o.t.t.
- jong
- jongt
- jongt
- jongen
- jongen
- jongen
o.v.t.
- jongde
- jongde
- jongde
- jongden
- jongden
- jongden
v.t.t.
- heb gejongd
- hebt gejongd
- heeft gejongd
- hebben gejongd
- hebben gejongd
- hebben gejongd
v.v.t.
- had gejongd
- had gejongd
- had gejongd
- hadden gejongd
- hadden gejongd
- hadden gejongd
o.t.t.t.
- zal jongen
- zult jongen
- zal jongen
- zullen jongen
- zullen jongen
- zullen jongen
o.v.t.t.
- zou jongen
- zou jongen
- zou jongen
- zouden jongen
- zouden jongen
- zouden jongen
diversen
- jong!
- jongt!
- gejongd
- jongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for jongen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chico | jongen; rakker | baasje; dreumes; gast; gozer; heerschap; hummel; jochie; jongetje; kerel; kind; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; knakker; knul; man; mannetje; mannetjesdier; peuter; sujet; uk; vent; worm; wurm |
golfillo | jongen; rakker | rekel; schoffie; stouterd; straatjongen; straatkind; vandaal; vlegel; vlerk; zwerfjongere |
parir | jongen krijgen; werpen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
parir | jongen; ter wereld brengen; werpen | baren; bevallen; fokken; kalven; kalveren werpen; kweken; opfokken; ter wereld brengen; voortbrengen |
traer al mundo | jongen; ter wereld brengen; werpen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
chico | klein; ondermaats; van geringe afmeting |
Related Words for "jongen":
Antonyms for "jongen":
Related Definitions for "jongen":
Wiktionary Translations for jongen:
jongen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• jongen | → varón | ↔ boy — young male |
• jongen | → niño; chico | ↔ lad — a boy |
• jongen | → varón; macho; hombre | ↔ male — human of masculine sex or gender |
• jongen | → muchacho | ↔ Bube — männliches Kind |
• jongen | → muchacho; chico; mozo; joven | ↔ Junge — männliches Kind |
• jongen | → chico; rapaz | ↔ Knabe — gehoben, veraltend, süddeutsch: Kind männlichen Geschlechts |
• jongen | → chico; muchacho | ↔ garçon — Jeune homme |