Dutch
Detailed Synonyms for accepteren in Dutch
accepteren:
-
accepteren
-
accepteren
ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden; in ontvangst nemen-
in ontvangst nemen verb (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
accepteren
-
accepteren
-
accepteren
-
accepteren
– overnemen, ermee akkoord gaan 1 -
accepteren
– iemand goed vinden 1
Conjugations for accepteren:
o.t.t.
- accepteer
- accepteert
- accepteert
- accepteren
- accepteren
- accepteren
o.v.t.
- accepteerde
- accepteerde
- accepteerde
- accepteerden
- accepteerden
- accepteerden
v.t.t.
- heb geaccepteerd
- hebt geaccepteerd
- heeft geaccepteerd
- hebben geaccepteerd
- hebben geaccepteerd
- hebben geaccepteerd
v.v.t.
- had geaccepteerd
- had geaccepteerd
- had geaccepteerd
- hadden geaccepteerd
- hadden geaccepteerd
- hadden geaccepteerd
o.t.t.t.
- zal accepteren
- zult accepteren
- zal accepteren
- zullen accepteren
- zullen accepteren
- zullen accepteren
o.v.t.t.
- zou accepteren
- zou accepteren
- zou accepteren
- zouden accepteren
- zouden accepteren
- zouden accepteren
diversen
- accepteer!
- accepteert!
- geaccepteerd
- accepterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
accepteren