Dutch
Detailed Synonyms for overdelen in Dutch
overdelen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: over; overheen; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; van; via; opnieuw; nogmaals; omtrent; aangaande; alweer; inzake
- delen: delen; splitsen; opdelen; opsplitsen; stukken; segmenten; parten; porties; partjes; barrels
- del: slet; snol; lellebel; totebel; del; duinpan; duinvallei