Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. tafel:
  2. tafelen:


Dutch

Detailed Synonyms for tafel in Dutch

tafel:

tafel [de ~ (m)] noun

  1. de tafel
    – horizontaal blad op poten 1
    de tafel
    – horizontaal blad op poten 1
    • tafel [de ~ (m)] noun
      • in het midden van de kamer stond een ronde tafel1
    de eettafel

tafel [de ~] noun

  1. de tafel
    – lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging 1
    de tabel
    de lijst
    – opsomming of rij van woorden, getallen, namen, enzovoort 1
    • lijst [de ~] noun
      • ik heb hier een lijst met dertig namen1
    de tafel
    – lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging 1
    • tafel [de ~] noun
      • de tafel van drie begint met: een maal drie is drie, twee maal drie is ....1
  2. de tafel
    – lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging 1
    de tafel
    – lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging 1
    • tafel [de ~] noun
      • de tafel van drie begint met: een maal drie is drie, twee maal drie is ....1
  3. de tafel
    – horizontaal blad op poten 1
    de tafel
    – horizontaal blad op poten 1
    • tafel [de ~] noun
      • in het midden van de kamer stond een ronde tafel1

Related Words for "tafel":


Related Definitions for "tafel":

  1. horizontaal blad op poten1
    • in het midden van de kamer stond een ronde tafel1
  2. lijst van uitkomsten van regelmatige vermenigvuldiging1
    • de tafel van drie begint met: een maal drie is drie, twee maal drie is ....1

tafel form of tafelen:

tafelen verb (tafel, tafelt, tafelde, tafelden, getafeld)

  1. tafelen
    dineren; uitgebreid eten; tafelen
    • dineren verb (dineer, dineert, dineerde, dineerden, gedineerd)
    • uitgebreid eten verb (eet uitgebreid, at uitgebreid, aten uitgebreid, uitgereid gegeten)
    • tafelen verb (tafel, tafelt, tafelde, tafelden, getafeld)

Conjugations for tafelen:

o.t.t.
  1. tafel
  2. tafelt
  3. tafelt
  4. tafelen
  5. tafelen
  6. tafelen
o.v.t.
  1. tafelde
  2. tafelde
  3. tafelde
  4. tafelden
  5. tafelden
  6. tafelden
v.t.t.
  1. heb getafeld
  2. hebt getafeld
  3. heeft getafeld
  4. hebben getafeld
  5. hebben getafeld
  6. hebben getafeld
v.v.t.
  1. had getafeld
  2. had getafeld
  3. had getafeld
  4. hadden getafeld
  5. hadden getafeld
  6. hadden getafeld
o.t.t.t.
  1. zal tafelen
  2. zult tafelen
  3. zal tafelen
  4. zullen tafelen
  5. zullen tafelen
  6. zullen tafelen
o.v.t.t.
  1. zou tafelen
  2. zou tafelen
  3. zou tafelen
  4. zouden tafelen
  5. zouden tafelen
  6. zouden tafelen
en verder
  1. ben getafeld
  2. bent getafeld
  3. is getafeld
  4. zijn getafeld
  5. zijn getafeld
  6. zijn getafeld
diversen
  1. tafel!
  2. tafelt!
  3. getafeld
  4. tafelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for tafel