English
Detailed Translations for ego trip from English to Dutch
ego trip: (*Using Word and Sentence Splitter)
- ego: ego
- trip: reis; gang; tocht; rit; toer; tournee; dagreis; struikelen; uitstapje; excursie; dagtocht; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje; uitje; toertje; trippelen; met trippelpasjes lopen; met vlugge pasjes gaan; slippen; uitglijden; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; strompelen
egotrip:
Synonyms for "egotrip":
Related Definitions for "egotrip":
ego trip:
Translation Matrix for ego trip:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| - | self-aggrandisement; self-aggrandizement |
Synonyms for "ego trip":
Related Definitions for "ego trip":
External Machine Translations: