Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. adresgids:


Dutch

Detailed Translations for adresgids from Dutch to English

adresgids:

adresgids [znw.] noun

  1. adresgids (adresboek)
    the directory; the handbook

Translation Matrix for adresgids:

NounRelated TranslationsOther Translations
directory adresboek; adresgids aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; instructies; leidraad; map; zaakregister
handbook adresboek; adresgids aanwijzingen; gebruiksaanwijzing; handboek; handleiding; handwijzer; instructies; leidraad; uitleg; vademecum; wegwijzer