Summary
Dutch
Detailed Translations for concluderen from Dutch to English
concluderen:
-
concluderen (opmaken uit; een gevolgtrekking maken)
-
concluderen (iets afleiden uit)
Conjugations for concluderen:
o.t.t.
- concludeer
- concludeert
- concludeert
- concluderen
- concluderen
- concluderen
o.v.t.
- concludeerde
- concludeerde
- concludeerde
- concludeerden
- concludeerden
- concludeerden
v.t.t.
- heb geconcludeerd
- hebt geconcludeerd
- heeft geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
- hebben geconcludeerd
v.v.t.
- had geconcludeerd
- had geconcludeerd
- had geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
- hadden geconcludeerd
o.t.t.t.
- zal concluderen
- zult concluderen
- zal concluderen
- zullen concluderen
- zullen concluderen
- zullen concluderen
o.v.t.t.
- zou concluderen
- zou concluderen
- zou concluderen
- zouden concluderen
- zouden concluderen
- zouden concluderen
diversen
- concludeer!
- concludeert!
- geconcludeerd
- concluderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for concluderen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
conclude | concluderen; een gevolgtrekking maken; iets afleiden uit; opmaken uit | afleiden; afsluiten; beëindigen; deduceren; een einde maken aan; eindigen; naar einde toewerken; ophouden; stoppen |
deduce | concluderen; iets afleiden uit | afleiden; deduceren |
divert | concluderen; iets afleiden uit | afkeren; afwenden; bezig houden; iemand amuseren; omleggen; omleiden; verlustigen; vermaken |
Wiktionary Translations for concluderen:
concluderen
concluderen
Cross Translation:
verb
-
(intransitive) To draw a conclusion (by reasoning)
-
(transitive) To conclude by reasoning or deduction, as from premises or evidence
-
to end
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• concluderen | → conclude; abstract; gather; induce; infer; find | ↔ conclure — Traductions à trier suivant le sens |