Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geprakkizeer:


Dutch

Detailed Translations for geprakkizeer from Dutch to English

geprakkizeer:

geprakkizeer [znw.] noun

  1. geprakkizeer (gepieker; gepeins)
    the reverie; the brooding; the deep-thinking

Translation Matrix for geprakkizeer:

NounRelated TranslationsOther Translations
brooding gepeins; gepieker; geprakkizeer broeden; gebroed
deep-thinking gepeins; gepieker; geprakkizeer diep nadenken
reverie gepeins; gepieker; geprakkizeer dagdroom; gemijmer; gepeins; mijmering
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
brooding piekerig; tobberig; zwaartillend